2 april 1999
Ik besluit om me in te schrijven op een naar mijn mening iets te dure tour in het Francois Peron National Park, volgens mijn reisbijbel een oord van ruwe rode kliffen grenzend aan een blauwe zee. Ik heb echter twijfels -mijn reisbijbel heeft me al eerder in de steek gelaten- en deze worden versterkt door het feit dat er maar één touroperator het park ingaat. Als het dan toch zo mooi is, zo je een overaanbod verwachten. Ik ga echter toch, je weet maar nooit.
En eerlijk gezegd, het was aangenaam maar zeker geen hoogvlieger. Het nationaal park was tot voor twee jaar een "cattlestation", met het in mijn ogen niet-sappige groen als voer voor enkele duizenden schapen. Een aantal opeenvolgende droge jaren heeft de schapenpopulatie serieus uitgedund, wat het einde van het cattlestation betekende. De overheid, als eigenaar van het land, heeft dit dan maar tot nationaal park omgetoverd.
Het vergt twee en een half uur op een zanderige weg om tot aan de knalrode zandduinen met blauwe zee te geraken en het contrast in kleuren is inderdaad knap. Vanop de hoge duinen zien we dolfijnen, schildpadden, een zeekoe, een flits van een haai, scholen vissen en roggen.
Ik ga snorkelen, onder het alziende oog van de gids. Iets te ver in zee en ik ben prooi voor de tijgerhaaien. Ik ben er niet gerust in.
De dag wordt afgesloten met snoezen in een heet zwembad, gevuld met gratis warm grondwater. Ik zou zo iets ook wel in mijn tuin willen hebben
Al bij al, geen hoogvlieger. Ik had meer info verwacht over project "Eden", een poging om een aantal inheemse dieren terug in het nationaal park te introduceren. Twee dagen terug heb ik een dierenarts ontmoet die in het project betrokken is en die er honderduit over vertelde. Het uur met haar was in zekere zin interessanter dan vandaag (en het was gratis, vervoer inbegrepen) . Soms zijn de beste dingen in het leven gratis.
woensdag 2 april 2008
Het Francois Peron National Park
Gepost door Béate Vervaecke op 14:28
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten