14 november 1998
Ik ben iets voor middernacht, op donderdag 12 november, op het vliegtuig richting Nieuw-Zeeland gestapt. 9 vlieguren later ben ik op zaterdagmorgen, 14 november, geland. Ergens tijdens de vlucht zijn we de datumgrens overgevlogen, om zo vrijdag de 13de over te slaan. Wie weet welke rampen ik ontlopen heb.
Het is een stralende zaterdagmorgen hier in Auckland. Op de bus naar het centrum maak ik vluchtig kennis met dit land. Kiwi's (zo noemen de Nieuw-Zeelanders zichzelf) zijn vriendelijke mensen, zelfs deze dichtbevolkte streek ziet ongelooflijk groen, de straten en gebouwen zijn netjes, ze rijden links. Dit laatste sijpelt mijn begripsvermogen binnen. Ik heb een wagen gehuurd. Ik zal nooit netjes links kunnen rijden. Gelukkig is er de Belgische vriendin, Iggy, die ik straks ontmoet. Ze heeft in Londen gewoond, zij zal wel ervaring hebben.
Aan de receptie van de jeugdherberg ontmoet ik haar al. Ik herinner nog ons afscheid op de Waalse kaai in Antwerpen. "Tot in Auckland!" Het klonk als "tot op Jupiter". Nu is het terugzien heel normaal. Iedereen spreekt toch af aan de andere kant van de wereld.
De rest van de dag praten we bij en shoppen we. NZ is het land van kampeermateriaal, en ik heb me een eersteklas rugzak, mijn mobiel huis voor een jaar, aangeschaft. Iggy vindt het grappig hoe ik 's avonds "verhuis". Ritselende zakjes, poging tot het scheppen van orde in de chaos, en op het einde toch nog alles moeten samenduwen zodat het erin past. Een mens kan werk hebben met zchzelf georganiseerd krijgen.
Morgen halen we onze huurwagen op. Ik ben benieuwd naar het koopje dat ik via Internet op de kop heb kunnen tikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten