woensdag 7 november 2007

Moana Falls en Waikiki


7 november 1998

Vandaag denk ik aan vakantie. Ik stippel een lichte wandeltocht uit naar watervallen op de rand van de stad, aansluitend met een wandeling -hike noemen ze dat hier- door de Pauoa Flats, met terugkeer door de betere buurt van Honolulu.

Op papier ziet het er gemakkelijk te doen uit, en aansluitend kan ik dan naar Waikiki gaan, want dat toeristisch Mekka moet ik toch gezien hebben.

Het pad naar de watervallen is fantastisch: ik wandel door een bos vol grote kamerplanten en ongelooflijk dikke bomen met luchtwortels. Elke boom is een monument op zich. De watervallen zijn iets minder.
De aansluitende wandeling heb ik zwaar onderschat. Op papier leek de afstand goed doenbaar, in werkelijkheid is ze door de hellingen knap lastig. Ik loop o.a. door een bamboebos, dat verontrustend stil is op het geklop van elkaar rakende bamboestengels na. Was dat daar niet de ziel van een overleden Hawaïaan die ik hoorde?

Als ik het bos uitstrompel (ik was zo overmoedig om mijn pas gekochte spiksplinternieuwe wandelsandalen aan te doen) word ik beloond met een mooi uitzicht op Honolulu. Ik bevind me bovenaan Makiki Heigths, de betere buurt van Honolulu, en zij weten welk plekje te kiezen.

Nog enkele kilometers, en ik kan de bus pakken naar Waikiki. Strompel, strompel. De drang naar fastfood groeit. Mijn inspanning rechtvaardigt een grote friet en een mega hamburger.

Waikiki bekoort me niet: een veel te klein strand voor te veel mensen, winkels met de gebruikelijke prullen naast superdure boetiekjes. Ook dit deel van Honolulu leeft van de Japanse toerist. Ik zie een limousine met een pas getrouwd Japans koppeltje, witte bruidsjurk inbegrepen, en een straat waar alles in het Japans is: er valt geen letter Engels te zien. Een beangstigend voorsmaakje voor mijn reis naar Japan.

Ik sluit mijn bezoek aan Waikiki af met de grote friet en de mega hamburger. Wat kan dat smaken in het lijf van een vermoeid mens.

Geen opmerkingen: