9 november 1998
Vandaag ga ik vulkaantjes kijken, samen met 3 Duitse meisjes: Ingrid, Sandra en Nurit. Het doel is om overdag het auto-circuit te volgen, en dan tegen de avond af te zakken naar het meest recente lavaveld en er zo ver mogelijk over te wandelen om de rode gloed van de woeste vulkaan te zien.
Zo spendeer ik mijn dag half in het Duits, half in het Engels terwijl we verwonderd staan kijken naar stomende gaten, heuveltjes met zwavelafzetting, kokende modder, gigantische kraters. We halen onze neus op voor de typische rotte eierengeur die in een dergelijke plaats hangt en lopen door tunnels waar ooit eens lava heeft door gevloeid. Bij het zien van recente lavavelden, nog onbegroeid, worden we zowaar nederig: deze vulkaan kan heel boos zijn. De oudere lavavelden zijn dan weer begroeid, en vormen een prachtig groen landschap.
Bij zonsondergang lopen we in het kielzog van andere toeristen over het brokkelige lavaveld richting de huidige uitbarsting. Dit ligt echter ver, te ver om er eventjes naar toe te lopen en dan terug te keren. Zelfs met een zaklantaarn huppel je niet over dit lavaveld. Op een veilige afstand genieten we van de rode gloed. Geen woeste uitbarsting, maar toch een mooi schouwspel als apotheose van dit park.
Mijn cursus Duits zit er ook op. Tegen de avond krijg ik geen woord meer uitgesproken, zo moe ben ik. Het jetlagje blijft me achtervolgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten