donderdag 28 februari 2008

Start van de turbotoer door Tassie

28 februari 1999

Nog maar half bekomen van mijn vijfdaagse start ik de Tassie turbotoer: Tassie in amper twee weken. Ik lift mijn weg uit Devonport en krijg een lift van een leerkracht op ziekteverlof die tijd heeft om me de streek te laten zien. Hij blijkt bovendien betrokken te zijn in educatieve projecten in wetenschap en technologie, iets waar ik in een vorig -professioneel - leven ook mee te maken had. Het wordt een namiddagje van toeristische attracties en ervaringen uitwisselen onder een felle zon.
's Avonds ben ik in Boat Harbour, een mooi badplaatsje met een veel te koude zee. De jeugdherberg ligt op een heuvel met een prachtig uitzicht over de omgeving. Het is een plaatsje waar je een aantal dagen kan blijven, op voorwaarde dar je niet op turbotoer bent. Morgen hop naar de volgende toeristische attractie.

woensdag 27 februari 2008

de wereldberoemde, niet over te slaan, Overlandtrack


23 - 27 februari 1999

Hier ga ik dan, de start van de 5-daagse waarbij ik ongeveer 70 km te voet, bepakt en bezakt, zal afleggen. De trektocht van Craddle Mountain naar Lake St. Clair is een must in Tasmanië, zelfs voor toeristen die nog nooit tien kilometer met rugzak hebben gewandeld.

De eerste dag, op Craddle Mountain, heb ik pech: het regent en de laaghangende bewolking verbergt veel van het mooie landschap. Je kan eigenlijk niet van pech spreken, want het aantal dagen per jaar dat er geen wolkje te bespeuren is, is minder dan 40. Het is een normale dag. Als de bewolking eventjes wegtrekt en het landschap rondom mij haar schoonheid verraadt, haast ik me om het moment te vereeuwigen. Helaas, mijn 30 dollar camera heeft afgehaakt. De klep kan niet meer dicht en ik vrees dat alle foto's van de afgelopen dagen eraan zijn (daarom zijn er geen foto's bij de vorige stukjes). Goedkoop is duurkoop. Ik neem mezelf voor om op een onbewolkte dag naar deze plaats terug te keren, om de omgeving in volle glorie te kunnen aanschouwen en, als de camera meewerkt, te fotograferen.

De tweede dag klaart het op en blijft het zo tot het eind van mijn trektocht. Ik trek door een plateau, met alpine begroeiing en meren, omringd door woest uitziende granieten bergen. Het gevoel van ruimte en stilte is ongelooflijk.

Op dag drie, wolkenloos, beklim ik de hoogste berg van Tassie, gelukkig zonder rugzak. Ik soes uren op de top, genietend van het verre uitzicht. Ik maak er kennis met verschillende Australiërs die voor de rest van de trip vrienden zijn. Ik beloof hen te bezoeken als ik in de buurt ben.

De volgende twee dagen spendeer ik in vlakke bossen, tot vervelens toe. Eventjes denk ik erover om terug te keren naar het mooie plateau en Craddle Mountain, maar mijn toeristisch gevoel voor ordelijkheid zegt me dat je deze trektocht wandelt van begin tot einde.
Spijtig, want ik ben nadien niet meer op Craddle Mountain geraakt, ook al was ik tweemaal in de buurt. Telkens ik er foto's van zie, hoor ik mijn toeristengeweten. Het zal voor altijd onaangekruist blijven op mijn checklist. Jammer...

PS: de foto die je hierboven ziet (en eerlijkheidshalve ook veel foto's bij de andere artikels) is schaamteloos gestolen van het internet. Bedankt aan http://www.photoseek.com/Australia-Tasmania.html . Zijn foto's zijn gewoonweg fantastisch!

vrijdag 22 februari 2008

Voorbereiden voor de trektocht

22 februari 1999

Morgen is het zover, 5 dagen op de Overlandtrack, de bekendste trektocht van Tassie. Dit betekent dat ik vandaag inkopen moet doen en mijn rugzak moet herpakken, zodat al het overbodig gewicht er uit is. Mijn spullen zullen trouw in een kartonnen doos op me wachten.

Alhoewel er hutten zijn om in te slapen sleur ik 3 kg tent mee. Het is verplicht. Ik ben vastberaden om de tent niet te gebruiken, ook al betekent dit vroeg opstaan en doorstappen om als een van de eerste de hut te bereiken.

Na alles in mijn rugzak gepropt te hebben, blijkt deze 20 kg te wegen, veel te veel om het wandelen aangenaam te maken. Ik heb alleen het allernoodzakelijkste mee, er kan niets meer vanaf. Ik hoop vurig dat het pad de eerste dagen vlak is.
De rest van de tijd spendeer ik aan het opstellen van een reisplan. Ik heb verschillende bestemmingen op mijn lijst en ik probeer die met het "openbaar vervoer" aan elkaar te lijmen Wat niet lukt. In het weekend rijden de bussen niet en in de week enkel op specifieke dagen. Het zal improviseren worden.

Yoeeeeehoeeee, ik ben in Tasmanië

21 februari 1999

Ik ben onverwachts een dag vroeger in Tasmanië, puur geluk. Ik ben pas vanmiddag om 3 uur vertrokken uit Phillip Island, met de shuttlebus van de jeugdherberg, en ik heb het risico genomen om op een standby-ticket met de laatste vlucht vanuit Melbourne naar Tassie te vliegen. Het bleek geen probleem. Nu zit ik hier in Devonport, nog high van het geluk.
Morgen begin ik te lezen en mijn 3-weken verblijf in Tassie te plannen. Ik wil een vijfdaagse trektocht doen, als het kan zonder begeleiding, en in de tijd die me rest wil ik de hoogtepunten van het eiland zien. Het zal een turbotoer worden.

woensdag 20 februari 2008

De parade van de pinguins


20 februari 1999

Ik ben op Phillip Island, een thuis voor ongelooflijk veel "kleine pinguïns". Elke avond komen een aantal van hen, na een aantal dagen vissen, uit zee om uit te rusten in hun nest of, in het seizoen, om de kuikens te voederen. Elke avond komt een groot aantal toeristen uit Melbourne en omstreken, ongeacht het seizoen, om de parade te bewonderen. Misschien komen de pinguïns nu naar deze plaats om de toeristen te bewonderen, dat kan ook.

Dit is de nummer één toeristische attractie in Australië, populairder dan het icoon van Australië, Ayers Rock (nu Uluru, naar de oorspronkelijke Aboriginal naam).
Ik deel vanavond dit spektakel met minstens 2.000 anderen. In groepjes van 20 komen de pinguïns uit zee, waarna ze rennen over het onveilige strand om eventjes te pauzeren tussen het meer beschutte stuikgewas. Bij één van die plaatsen is een platform. Ik sta op amper 2 meter van de pinguïns en ze trekken zich niets aan van mijn aanwezigheid. Ze doen ongestoord verder in wat pinguïns doen.

Om het hen niet te lastig te maken is flitsen of videobelichting verboden. In het flauwe schijnsel van de straatverlichting heb ik toch geprobeerd om foto's te nemen. Als je hier ergens een goede foto ziet, weet dan dat het van een postkaart is. En ja, in werkelijkheid zijn ze zo schattig als op de foto.

dinsdag 19 februari 2008

De politie is er om je te vervoeren

19 februari 1999

In mijn liftavonturen heb ik vandaag toch een fijne beleefd. Ik stond in Sale te liften en na amper 10 minuten had ik een lift van 2 heren in een grote auto, zakelijk gekleed. Ze konden me een heel stuk op weg helpen naar Phillip Island, mijn eindbestemming.

Nieuwsgierig vroeg ik voor welke firma ze werkten. Het bleken 2 politie-inspecteurs te zijn die overal in Victoria (een provincie van Australië) uitgestuurd worden om misdaden te onderzoeken. Welke hebben ze me niet verteld, en het heeft me al mijn zelfbeheersing gekost om ze niet tot op het bot uit te vragen.

Ze hebben me niet echt de les gelezen over vrouwen en liften. Ik was ze voor en ze gaven toe dat de kans dat je door een gevaarlijk iemand opgepakt wordt, zeer klein is. Als het gebeurt, wordt het door de media zo opgeklopt zodat het lijkt alsof elke lifter iets overkomt.

Niettemin waren ze zeer bezorgd. We zijn omgereden naar een stad waar ik een veilige bus kon pakken en ze hebben het hoofdkantoor gebeld om na te gaan of iemand naar Phillip Island ging, wat niet het geval was.
Noot achteraf: dat omrijden heeft me toen echt bang gemaakt. Ik volg bij het liften altijd of we op de correcte weg blijven, en we waren al aan het omrijden zonder dat ze me van hun plannen op de hoogte hadden gebracht - ik zat daar dus gedurende een 15-tal minuten zeer benepen op die achterbank, niet wetende wat ik nu moest doen.

Uiteraard heb ik de bus niet gepakt. Anders had ik dat sympathiek bejaard koppel niet ontmoet dat me bijna tot op mijn bestemming gebracht heeft en dat me uitgenodigd heeft om nog eens langs te gaan. Liften blijft een fascinerend avontuur.

maandag 18 februari 2008

Op schoolkamp

17-18 februari 1999

Ik ben dan toch in het vakantiekamp in Gelantipy geraakt, dat tijdelijke overgenomen is door 55 tien- en elfjarigen, hun 2 leerkrachten en een aantal ouders. Doel van het vakantiekamp is leren samenwerken- en leven, en actief buitensporten.

De "backpackers" - de naam voor rugzaktoerist - in het vakantiekamp konden aan alle activiteiten deelnemen. Ik heb paard gereden, aan een touw van een steile rots afgedaald en een uitstap naar een natuurpark in de buurt meegemaakt. Mijn klas voor de uitstappen, 6de jaars, heeft me verschillende malen verbaasd. Het commentaar dat ze gaven, hun antwoorden op opmerkingen van hun leerkracht, hun kennis van de wereld, ... Ik herinner me dit niet van mijn eigen 12 jaar. De wereld staat inderdaad niet stil.

Voor de laatste avond hadden verschillende leerlingen een stukje voorbereid dat voor groot publiek werd opgevoerd. De internationale jury- mijn aanwezigheid zorgde voor de inter- had de moeilijke taak om een winnaar te kiezen. Geloof het of niet, maar ik was het mildst in de punten, wat me onmiddellijk een ongelooflijke turbosprong in de populariteitspol opbracht. Kinderharten zijn zo gemakkelijk omkoopbaar.

Bijna was ik in het vakantiekamp gebleven, want volgende week zijn andere klassen op bezoek. Mijn Australische tijd tikt echter, ik moet vooruit. Misschien kom ik hier nog wel terug.

zaterdag 16 februari 2008

Na de euforie...

16 februari 1999

Nou, je kan niet elke dag in de zevende hemel zijn.
Na het uitzonderlijke gevoel van gisteren ben ik vandaag terug met mijn voeten op aarde. Het liften verliep niet vlot en ik ben niet tot op mijn eindbestemming geraakt. Ik heb drie kwartier staan blinken aan de rand van een verlaten weg en daarna heb ik de 6 kilometer gewandeld, met mijn "gele gebben en gouden", om in een jeugdherberg te geraken.

De herberg heeft gigantische slaapzalen en verwacht een buslading. De oordopjes zullen dienst doen.
Het valt niet allemaal tegen. De goedkope maaltijd is ongelooflijk lekker en tijdens de nachtwandeling zien we kangoeroes, opossums (ja, die beestjes die ze ook in NZ kennen, ik heb er een gestreeld), en zelfs een wombat. Als afsluiter speelt de gids op de didgeridoo terwijl we naar de sterren liggen te staren. Ik voel de euforie terugkeren.

Leve de euforie

15 februari 1999

Ik ben licht euforisch.
Het begon al deze morgen op zoek naar ontbijt. Ik liep door de hoofdstraat van Eden, en op elke kruispunt kreeg ik uitzicht op een wondermooie zee.
Aan de kassa van de supermarkt viel mijn oog op een roddelblad dat uitpakte met een special rond beroemde vrouwen zonder make-up en verzorgd haar. Ik voelde me onmiddellijk fantastisch in mijn vel, er is nog hoop.
En bij het liften had ik al na 3 minuten een lift tot mijn niet zo evidente eindbestemming, ik kon mijn oren niet geloven.
En nu zit ik in Mallacoota, aan een zwembad, nadat ik deze namiddag op een fantastisch mooi strand heb gewandeld.
Je zou van minder euforisch worden
Of moet ik misschien stoppen met die pilletjes waarop Prozac staat?

vrijdag 15 februari 2008

Ongelooflijk maar waar.

14 februari 1999

Ik ben in Eden, een plaats aan de kust op de grens van New South Wales en Victoria. Het plaatsje lijkt zoals het klinkt. Een blauwgrijze zee, rots en zandstrand in een prachtige baai en een groen landschap. Vooral het groen valt me op. Geen dorre weides, maar sappige groene. Ik krijg zowaar zin in gras.
De walvisvaart was vroeger de bestaansreden van Eden en in het museum worden twee sterke verhalen verteld, allebei 100% waar.

Het eerste is dat van "Old Tom", een orka die hielp met de walvisvangst. Een groep orka's, onder leiding van Tom, dreef een walvis de baai binnen en hield hem/haar daar terwijl Tom naar de kust zwom om de walvisvaarders te verwittigen. Daarop vaarden ze in een petieterig bootje uit geleid door Tom. Soms was het tempo voor Tom veel te traag en trok hij het bootje vooruit aan een touw. Nadat de walvis geharpoeneerd was en met het bootje op stap ging tot hij van uitputting stierf, hielp Tom bij de stervensbegeleiding door aan het harpoentouw te hangen en zo weerstand te bieden op de walvis. Als beloning kregen Tom en zijn groep een aantal uren om de lippen en de tong (een lokale orkadelicatesse) van de walvis op te peuzelen. Toen Tom stierf, heeft niemand uit de groep zijn traditie voortgezet. De walvisindustrie is nadien zeer snel achteruitgegaan. Het karkas van Old Tom is te bewonderen in het museum.

Het tweede verhaal is dat van een walvisvaarder die vermist was nadat een geharpoeneerde walvis het bootje aan stukken sloeg. De walvis stierf niettemin van uitputting en werd 15 uur later versneden. Er bleek iets te bewegen in de maag van de walvis, de vermiste walvisvaarder. Hij was bijna blind, al zijn haar was uitgevallen en het heeft een aantal weken geduurd voor hij zijn ervaring kon vertellen.
Straf he? Had ik het niet gezien in het museum, dan had ik het geen moment geloofd.
Lees het zelf.

woensdag 13 februari 2008

Het hoogtepunt van Australië


13 februari 1999

Ik ben niet gewoon om veel mensen te ontmoeten op lange wandelingen. De meeste toeristen haken af als er gewandeld moet worden. Dus liggen er wegen tot bijna in elke toeristische attractie. Maar niet hier, aan de voet van Mount Kosciuszko, met 2228 meter de hoogste berg van Australië. De zeteltjeslift brengt je tot op ongeveer 1900 meter, daarna heb je nog 6 kilometer, enkele richting, af te leggen.
Je zou dus verwachten dat velen vriendelijk danken voor de 12 km. Niet hier. Het pad naar de top benadert de kwaliteit van een voetpad en is ook bevolkt als een voetpad in een minder drukke winkelstraat. Blijkbaar wil iedereen op het hoogste punt in Australië staan (ik geef toe, ik was er ook).

De mooiste plaatjes zie je echter nadien bij de afdaling, door bijna niemand gedaan omwille van de zeteltjeslift. Ruwe stukken graniet tussen laag struikgewas en Eucalyptusbomen, met stammen waarop verticale banden van alle tinten bruin te zien zijn. En, het is oh zo rustig, de gemiddelde toerist ligt nu te recupereren in de zeteltjeslift. Als je ooit in Thredbo bent, doe de moeite om te voet af te dalen via de Dead Horse Gap. De inspanning wordt beloond.

Sorry ma, ik heb gelift.

12 februari 1999

Ik ben vandaag in het avontuur met de grote A gestapt, gezien vanuit mijn "altijd ergste" standpunt. Ik heb gelift, van Bright naar Thredbo. Het openbaar vervoer bedient beide plaatsen niet zo efficiënt, dus heb ik het er op gewaagd, ondanks waanbeelden van seriemoordenaars en chauffeurs met kettingzagen in hun koffer.

Om 9 uur, bepakt en bezakt, stond ik op de weg, niet goed wetend welke weg ik eigenlijk moet hebben. Een onschuldige vraag aan een voorbijganger bezorgt me mijn eerste lift, naar een gehucht 30 km verderop.
Daar had ik na een halfuurtje wandelen mijn tweede lift, goed voor 60 km transport. 15 minuten daar ter plaatse brengt me 40 km vooruit. En een kwartier nadien, krijg ik vervoer tot mijn eindbestemming, 170 km overbrugd met een duim.

Mijn laatste vervoer wordt verzorgd door drie Fransmannen, Olivier, Serge en Paolo. Pas afgestudeerd reizen ze eerst zes maanden om daarna in het serieuzere leven te stappen. Ik heb ze maar in de waan gelaten.

En neen, ik heb geen seriemoordenaars of kettingzagen gezien. Alle chauffeurs (helft vrouwen en helft mannen) waren zeer nieuwsgierig. Ze ontmoeten niet elke dag een Belgische toeriste die voor een jaar alleen op stap is. In alle gevallen was het leuk gezelschap en heb ik meer over de streek en de Australiër (of over Frankrijk) geleerd. Meer dan indien ik op de bus zou zitten.
Ik vrees dat ik nog zal liften.
Sorry, ma

P.S. Ik had gehoopt op een lift aangeboden door Mel Gibson, die in deze streek geboren is en er verschillende huizen bezit. Af en toe verblijft hij hier nog. Ik heb hem spijtig genoeg nergens gezien.

maandag 11 februari 2008

De weg naar de top is hard


11 februari 1999

Na mijn avonturen in de grotten van Waitomo in NZ, heb ik de smaak van dergelijke activiteiten te pakken. Ik klauter, klim, wring en spring graag, en ik wil mijn kans wagen op een rots, onder begeleiding uiteraard.

De Cathedral rots op Mount Buffalo in de omgeving van Bright is het slachtoffer. De rotsen, blokken pure graniet, kijken op me neer als ik in een niet zo goede uitrusting (sandalen, ik dacht dat we klimschoenen zouden krijgen), de klim start.

Het eerste stuk is vrij makkelijk, daarna leer ik dat klimmen techniek en vooruitdenken vergt. Zet niet je linkervoet rechts als je hem de volgende stap links nodig hebt bijvoorbeeld. Of maak maximaal gebruik van natuurwetten als je klimt (daarmee bedoel ik hefbomen en de som van krachten, niet de zwaartekracht). Zo'n dingen.

Ondanks dat we maar met twee waren om te klimmen, was het geheel veel te oppervlakkig. Een keer uitleg, de instructeur klom als voorbeeld en dan mocht je het zelf proberen, met weinig feedback op de fouten die je maakte.
Niettemin wil ik het nog proberen. De voldoening als je bovenaan staat is daarvoor te groot. Vanaf nu is geen enkele rots meer veilig.

leve het openbaar vervoer

10 februari 1999

Ik ben om 5h45 uit mijn bed geraced om mijn bus naar Wangaratta te hebben. Daar had ik dan, volgens de bediende van de vervoersmaatschappij, binnen het uur een aansluiting naar Bright.

Om 7h15 stond ik te blinken in het busstation, de volgende aansluiting was pas om 15 uur. Deze van 8 uur bleek eigenlijk om 20 uur te zijn, want hier werken ze met am en pm, verwarring gegarandeerd.

Ik heb dus een ongelooflijk boeiende dag in Wang (zo genoemd door de lokalen) doorgebracht. Mijn voornaamste activiteit was het herbedenken van mijn reisplan 1.0. Ik heb, met mijn vier weken ervaring in Australië met mijn reisgids, een aantal bestemmingen geschrapt of ingekort. Ik zal vlugger in Tasmanië zijn en ik heb meer tijd naar het einde toe.

Deze versie 1.1 zal ongetwijfeld nog vele debugversies krijgen, maar ik ben er niettemin trots op. Ik hou jullie uiteraard op de hoogte van de uitvoering.

zaterdag 9 februari 2008

Rutherglen, wijnproeven op de fiets


9 februari 1999

Om mijn luiheid van de afgelopen dagen te compenseren en om mijn geweten te sussen mbt calorie-inname en verbruik, zal ik vandaag actief zijn. Het staat bovendien in mijn reisbijbel omschreven als een hoogtepunt, dus kan ik niets anders dan het doen: een 70 km fietstocht langs de belangrijkste wijnhuizen van de streek (Frankrijk, onderschat Australië niet op dit gebied).

Het fietsje dat ik huur garandeert al veel plezier. Het is amper de minifiets ontgroeid en zet de beoogde 70 km op een onbereikbaar doel. Ik start niettemin mijn zwoegtocht.

Met mijn assortie verplichte witte helm ben ik ongetwijfeld een komisch zicht. Het aantal koeien, schapen en paarden dat stokt in hun activiteit en soms verschrikt wegvlucht, bevestigt mijn vermoeden. Fietsers zijn hier een zeldzame attractie. Ik ploeg voort op mijn miniding en sla wegens tijdsgebrek een aantal wijnhuizen over. De fietsactiviteit gaat voor op het proeven.

Uiteindelijk ben ik er in geslaagd om maar 50 km uit mijn benen op de minifiets te persen, gecombineerd met "matige wijn" proeven in twee wijnhuizen. Ik ben dus de hele dag nuchter gebleven, op zich ook al niet zo'n prestatie. Dit kan zeker niet als een hoogtepunt in mijn reis omschreven worden. Mijn blindelings vertrouwen in mijn reisgids wankelt opnieuw. Zal ik dan toch nog een afvallige worden en overschakelen op de concurrentie?

vrijdag 8 februari 2008

De boerderij


6 - 8 februari 1999

Ik kies voor een verlengd weekend in een "boerderij met kamers" niet zo ver van Albury, gelegen aan het door afdamming gecreëerde Hume meer. De tocht naar de boerderij voert me door een dor heuvelachtig landschap aan de oevers van het meer. De bomen in de vallei werden niet gerooid voor ze de vallei hebben laten vollopen, wat maakt dat het meer vol staat met dode boomstammen. Het is een spectaculair zicht.

Op de boerderij aangekomen struikel ik over de honden, kippen, katten en de huiskangoeroe. De 8 paarden en 3 ezels kunnen gelukkig niet van hun wei om me te verwelkomen. Skippie, de kangoeroe, werd uit de buidel van zijn moeder gered na een verkeersongeluk. Sindsdien woont hij op het erf, waarbij hij slapen afwisselt met bedelen om eten. In dat verschilt hij weinig van de 5 katten die er rondlopen.

Als gast mag je naar hartelust een paard uit de wei plukken om te berijden. Dit laat ik me geen twee maal zeggen. Het enige probleem zijn de zadels, er zijn geen geschikte. Dan maar zonder. Ik slaag er zelfs in om in galop op het beest te blijven zitten. Mijn zelfvertrouwen groeit elke dag een beetje meer.

Ik laat me verleiden voor een kanotochtje op het meer, waarbij de wind zo sterk is dat ik amper kan terugkeren. Visioenen van een stranding dansen voor mijn ogen. Dit is niet voor herhaling vatbaar.

De hangmat tussen de twee heerlijk geurende citroenbomen houdt minder gevaren in. Ik breng er bijgevolg veel tijd in door, samen met een goed leesboek. Ik ben nog altijd in mijn boekenverslindperiode, maar ik voel dat het einde nadert. Gelukkig maar.

dinsdag 5 februari 2008

Lezen, lezen, lezen, ...

4 - 5 februari 1999

Mijn voorspelling blijkt uitgekomen, ik wil alleen maar lezen. Albury is na een kort fietstochtje afgeschreven als weinig interessant. Nadat ik een aantal praktische zaken geregeld heb -ook hier gratis Internet in de bibliotheek- val ik terug op mijn boekje van 800 blz. (Executive Order van Tom Clancy). Het moet uit.

En na dit sneuvelt een ander. Ik weet dat mijn eenzijdigheid nog enkele dagen zal duren en dat ik dan weer voor twee maanden zonder kan. In afwachting daarvan geef ik me er volledig aan over en negeer ik alle andere gasten in de jeugdherberg.
Dit zeer asociaal leven wordt ongetwijfeld vervolgd.

zondag 3 februari 2008

Met de bus is het altijd een beetje reizen

3 februari 1999

Wel, wel, vandaag is zo'n dag zoals er ongetwijfeld nog veel zullen volgen, busjesdag. Ik heb afscheid genomen van Piet en val terug op het openbaar vervoer. Tussen twee toeristische attracties in durven er in Australië wel eens vele kilometers met niets bijzonders te liggen en die moeten hoe dan ook overbrugd worden.

Een stevig boek doodt de tijd, in dit geval is het een turf van 800 blz. waarin ik de afgelopen dagen niet gevorderd ben. Ik wil het uit, want het is te zwaar om te blijven meeslepen. En met het beetje zelfkennis dat ik heb, vrees ik dat de volgende dagen leesdagen zullen zijn. Er zal weinig boeiends gebeuren, tenzij in het plot van mijn boeken.

Grampians, oord van boetedoening


1 - 2 februari 1999

We zijn in de Grampians aangekomen, zonder dat de achterdeur van de Volvo is gaan vliegen. De Grampians zijn vanop afstand grappig. Plots komt uit de vlakte een gebergte, de ene kant hellend en de andere kant ongelooflijk stijl (cuesta is de officiële benaming van dit soort keten). Dit komt door de manier van ontstaan, en ik weet dat ik het ooit eens in een aardrijkskundeles heb gehoord in een duister ver verleden.

De ijsjes indachtig wil ik er twee dagen stevig doorstappen, boeten voor begane zondes. De eerste dag gaan we naar het hoogste punt, bereikbaar via anderhalve km stappen op een steile weg. Inspannend, maar veel te kort. Daarboven krijgen we een goed idee van wat de Grampians eigenlijk zijn.

De tweede dag gaan Saskia (Nederlands) en Fabio (Italiaans) mee. Dit veilig gezelschap is een uitstekend excuus voor Piet om deze wandeling over te slaan. Het is in totaal 12 km door een knap gebergte met diepe (prachtige!!!) kloven, gevolgd door een stevige klim naar de rand van een steile helling.

Het blijkt een goede oefening, maar tot mijn grote spijt wekt het mijn eetlust en mijn zin in suiker op. Na de trektocht eet ik een omvangrijk middagmaal, gevolgd door een stevige pannenkoek met banaan en siroop. Zo geraak ik mijn ijsjes natuurlijk nooit kwijt.

Piet heeft de namiddag doorgebracht met brieven schrijven en het reisdagboek bijwerken, 2 zaken die ik met veel plezier verwaarloos. Morgen, en de dagen erna, is nog een dag voor dergelijke taken.