26 - 29 juni 1999
Na een nachtje bussen arriveer ik 's morgens vroeg in Adelaide. Daar wordt ik opgewacht door ronselaars voor de jeugdherbergen. 10 ronselaars en slechts enkele backpackers, we staan in een sterke onderhandelingspositie. Uiteindelijk kies ik voor een ronselaar die er op zijn zachtst gezegd niet flits uitziet maar me onbeperkt Internet en pannenkoeken bij het ontbijt belooft. De hostel zit in een gezellig huis en heeft een toffe sfeer. Iedereen praat met iedereen. Ik heb het al een paar maal anders meegemaakt en ik vraag me nog altijd af hoe het komt dat in sommige hostels er een koude sfeer hangt terwijl in anderen het precies een grote familie is. De inrichting is sterk bepalend, maar niet doorslaggevend.
Adelaide is bizar. 1 miljoen inwoners uitgesmeerd over een gigantische oppervlakte zodat je zelfs in het centrum amper een grootstadgevoel hebt. Daarbuiten is het net een provinciestad. Ik heb hier vier dagen te spenderen, tot de toer naar Alice Springs vertrekt. Ik laat me niet verleiden voor een toer naar de wijnstreek, Kangeroo Island of de omliggende heuvels. Ik blijf in Adelaide en slenter er rond, zonder een specifiek doel. Op de groentenmarkt koop ik veel te veel, zodat ik de komende dagen niet anders kan dan gezond eten. Mijn hoeveelheden slinken in het niets bij het zien van de inkopen van een Nederlandse. 1 kg kangoeroevlees, hopen champignons en andere groenten. Ze zal haar diner deze avond met vele anderen delen.
Ik ga hier ook voor de eerste keer naar een Aboriginal Cultureel Centrum, waar een korte uiteenzetting gegeven wordt over de didgeridoo, die lange houten pijp met dat specifiek geluid. Het is aartsmoeilijk en ik krijg er geen fatsoenlijk geluid uit. In de kunstgalerie is net een filmploeg met een documentaire bezig over vrouwelijke aboriginal kunstenaars en hun werken. Van sommige schilderijen ben ik serieus onder de indruk, nog meer als ik het prijskaartje zie. Een kwart miljoen Belgische Frank. Slik. Ik schud de hand van een van de kunstenaressen, totaal a-kunstenaar gekleed. Niets in haar kledij of houding verraadt haar creativiteit. Ze ziet er zelfs armoedig uit.
Nu ik toch de culturele toer op ben, ga ik 's avonds naar een voorstelling van Ierse dans, The Spirit of the Dance. Commercieel in het kwadraat, gestuwd door het Australisch gedweep met alles wat Iers is, zonder enige creativiteit. Anderhalf uur onderga ik variaties op tapdans, de Ierse viool en een slechte choreografie. Het is geen Anne-Theresa De Keersmaeker (of hoe je het ook schrijft).
De laatste avond zie ik Andy, Kat en Ian terug. Andy en Ian waren gids, respectievelijk chauffeur van de Nullarbortoer die ik in maart heb meegemaakt. Kat is de Belgische vriendin van Andy. De wereld blijkt klein, want een ex-collega van Kat is iemand waar ik mee heb samengewerkt. Ik hoop dat ik de contacten tussen hen ondertussen heb hersteld (e-mail geniet nog altijd mijn bewondering). Voor de rest zwetsen we over België, Australië, chocolade en bier. Ik ben blij hen te hebben gezien.
Morgenvroeg zit ik terug op een tiendaagse. Door de Outback richting Alice Springs. Daarna vertrek ik onmiddellijk richting Darwin, waar ik een vijfdaagse meemaak in Kakadu National Park. Ik hoop dat beide tours een mooie afsluiter vormen voor Australië.
zondag 29 juni 2008
Adelaide
Gepost door Béate Vervaecke op 15:23 0 reacties
dinsdag 24 juni 2008
Melbourne
19 - 24 juni 1999
Ik heb 6 dagen voorzien voor Melbourne en het is verleidelijk om de 6 dagen van begin tot einde vol te plannen zodat ik alle hoogtepunten van Melbourne en omgeving zie. Ik negeer mijn toeristische checklist, hoogstwaarschijnlijk hoofdoorzaak van mijn oogprobleem. In plaats daarvan probeer ik door het leven te kabbelen en te zien wat de dag brengt. Wat grandioos mislukt, ik kan het plannen niet laten.
Veel van mijn tijd breng ik door met llke, Duitse van oorsprong, maar 3 jaar terug naar Australië gemigreerd. Ilke was mijn duikpartner tijdens de duikcursus en ik ben blij haar terug te zien. Samen genieten we van fantastische pannenkoekontbijten en zonnige wandelingen in haar favoriete plekjes van Melbourne. Terwijl wij in vrijetijdskledij slenteren, loopt de rest van Melbourne in betere werkkledij. Ik geniet stiekem van onze onbeperkte lunchduur en "wat zullen we eens doen?"-namiddag. Werkend Melbourne heeft een prikklok, deadlines, drukke agenda's, rinkelende GSM's, haast, een overvolle "To do" lijst en veel te weinig tijd.
De zon werkt ongelooflijk mee, ook al waren de weersvoorspellingen meer naar de regenkant. Ik begin te begrijpen waarom Aussies niet te veel waarde hechten aan het weerbericht. Onze weermannen en -vrouwen zijn ongelooflijk nauwkeurig in vergelijking met hun tegenvoeters.
Vanuit Melbourne boek ik een tour naar de Great Ocean Road, zijn naam meer dan waard. De weg klieft door een heuvelachtige streek met dramatische kliffen. Hoogtepunt zijn de 12 Apostelen, 14 (!) eilandklifjes net voor de kust. Ooit waren ze deel van de kust, maar de zee heeft ze van het vasteland geïsoleerd. Ik neem te veel foto's terwijl ik maar al te goed besef dat geen enkele ervan de werkelijkheid kan weergeven.
Diezelfde dag verblij ik me ook in kangoeroes met een joey (jong) in de buidel, koala's en een kookaburra (een vogel) die een reep vlees uit mijn hand eet. Te oordelen naar mijn interesse in hen, zou je niet zeggen dat ik hier al 5 maanden ben.
Daarnaast ben ik volop begonnen met het reisplan voor Japan. Ik reis er in het lokale toeristische hoogseizoen en als ik niet plan zal ik met een ongelooflijke rekening eindigen, wat ook niet goed kan zijn voor het genezingsproces in mijn oog. Japan belooft een uitdaging van jewelste te worden. Telkens ik een Japanner ontmoet probeer ik een woordje Japans te leren, aartsmoeilijk. Ik vrees dat mijn woordenschat beperkt zal blijven.
En als ik eerlijk mag zijn: eigenlijk kijk ik uit naar mijn volgende bestemming. Ik heb Australië zowat gezien, geloof ik, ook al staan er nog twee kleppers van jewelste (Ayers Rock ofte Uluru en Kakadu Natonal Park) op het programma. Ik heb zelfs met die twee een "jaja"-gevoel. Bladeren in mijn reisgids voor Japan -ik heb nu een Rough Guide ipv een Lonely Planet, ik ben van religie veranderd- geeft me een ongelooflijke kick. En ja, het reisplan begint er redelijk definitief uit te zien. Ik reis van Nagasaki in het zuiden naar Saporro in het noorden terwijl ik ergens middenin Mount Fuji zal beklimmen. Nog zoveel nachtjes slapen...
Gepost door Béate Vervaecke op 09:45 0 reacties
woensdag 18 juni 2008
Dokteeeeuuuurs!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
15-18 juni 1999
Vele dollars later ben ik volledig gerustgesteld voor de reden van mijn oogprobleem. Noch de hersenscan (begin van een normale aderverkalking!), noch de bijkomende bloedtest hebben een vreselijke ziekte ontdekt. Erger, ik ben vreselijk gezond. Als de dokter het meedeelt, ben ik gerustgesteld. Mijn opluchting verandert in boosheid als ik verneem dat de diagnose terug veranderd is. De eerste dokter die ik geconsulteerd heb, had gelijk. Ik kan wel uit mijn vel springen. Was dit hele circus echt nodig? De dokter vond van wel, hij wou de kleinste kans van een ernstige oorzaak uitsluiten. Ik probeer me er niet te veel in op te winden..
En... ook nu waren er weer nieuwsgierige dokters die mijn geval nog niet hadden gezien. De goedheid zelve heb ik ze een blik in mijn oog gegund.
Ik heb het ziekenhuis nog maar half verlaten of ik begin terug te plannen. Ik wil de Blue Mountains zien, maar daar ik al te veel tijd in Sydney heb gespendeerd, wordt de uitstap beperkt tot een dag. De Blue Mountains verdienen echter meer dan een dag. Op amper anderhalf uur rijden van Sydney centrum stralen ze een ongelooflijke rust uit.
Naast gigantische Eucalyptusbossen (die een blauwe waas verspreiden), is het hoogtepunt een indrukwekkende Canyon waar je uren in kan wandelen. Het weer is schitterend, maar ijskoud. De herfstnevel zit volop in mij en ik verwacht een dezer reclames voor Sinterklaas en Kerst, beiden nog minstens drie maanden veilig opgeborgen.
Terug in Sydney valt het contrast me op tussen de kale, Europese boomsoorten en de groene palmen tussenin. Mijn hersenen registreren een contradictie, maar ze staan er echt. Het weer doet me nu denken aan de lente. Terwijl ik in T-shirt loop, loopt Sydney in warme kleren, panties en een dikke winterjas. Ze klagen over de koude winter, maar voegen er haastig aan toe dat het voor een Europeaan aangenaam moet zijn. Ik wil onmiddellijk tekenen voor een winter met deze temperaturen. Misschien moeten we een Internetpetitie starten, je weet maar nooit.
Gepost door Béate Vervaecke op 09:40 0 reacties
zaterdag 14 juni 2008
Canberra
13 - 14 juni 1999
Ik profiteer van de twee "vrije" dagen om naar Canberra te reizen, 300 km van Sydney. Canberra is de ongekende hoofdstad van Australië, ontworpen omdat niemand partij wilde kiezen voor Sydney of Melbourne toen het probleem van een hoofdstad zich stelde.
De volledige stad is in het begin van deze eeuw ontsproten aan het brein van een architect. Een grillig kunstmatig meer, laagbouw, ongelooflijk brede lanen, twee cirkelvormige "centra". Om een of andere reden doet het me aan bepaalde delen van linkeroever en Delhi denken, op zich niet direct twee compatibele plaatsen. Nergens in deze stad kan je iets terugvinden dat er niet thuishoort, dat geen onderdeel was van het Grote Plan. De stad straalt de sfeer van de politiek uit.
Ik ervaar hier voor de eerste maal de herfst. Bomen verliezen hun bladen in alle kleuren, de parken zien donkerbruin onder een jachtige hemel, mensen zijn ingeduffeld in een warme winterjas (het is 10 graden). Herfst associeer ik niet met Australië, het is een bizar gevoel.
Ik voel er weinig voor om zoals gebruikelijk de stad te verkennen vanuit alle hoeken. Ik wil het rustig aandoen, want ik denk dat de hoofdoorzaak van mijn oogprobleem oververmoeidheid is. Ik doe teveel bestemmingen aan in een te korte tijd, en elke nieuwe bestemming brengt stress met zich mee omdat je alles gewoon moet worden. Had iemand. me dat 7 maanden geleden gezegd, ik had ermee gelachen. Nu denk ik er echter anders over. Ik heb het er ook met andere reizigers over gehad en ze zijn bekend met het fenomeen. Af en toe moet je een week volledig nietsdoen inlassen. Voor mij moeilijk, want de tweede of derde dag wil ik iets "nuttigs" doen. Het is een houding die ik moet veranderen.
Ondertussen is België hier nieuws. Iemand die vlug winst wilde maken heeft blijkbaar dioxine in veevoeder verwerkt. Australiërs vragen me naar de voedselschaarste in België en elke dag vind je in de krant wel een artikel over de producten die gevaarlijk zijn en wat de Belgen in de plaats eten. Blijkbaar is de import van kangoeroevlees naar ongekende hoogtes gehopt.
Hoeveel meer schandalen zal het nog vergen voor de Belgen alleen nog op groenten en granen leven? En hoelang zal het duren voor ook daar serieus mee gesjoemeld wordt? Hier aan de andere kant van de wereld schaam ik me om Belg te zijn.
En terwijl ik dit herlees geniet ik van een Coca-Cola, ook al een probleem in België.
Gepost door Béate Vervaecke op 09:37 0 reacties
donderdag 12 juni 2008
Zwarte vrijdag
11 - 12 juni 1999
Sinds drie weken heb ik een troebel zicht in mijn rechteroog. Het is begonnen op de zeiltrip in de Whitsundays en sindsdien ben ik bij twee oogartsen langsgeweest.
De eerste stelt de diagnose en zegt dat de enige remedie afwachten is tot het zicht herstelt.
De tweede dokter bevestigt de diagnose, maar geeft me medicijnen. Hij is echter zo vriendelijk om me op een probleem in mijn linkeroog te wijzen, dat een kleine medische ingreep vereist. Ik besluit dit in Sydney, in een zeer gekend ooghospitaal, te laten doen. Ik kan geen afspraak maken, ik moet via de spoedgevallen, uren wachten gegarandeerd.
En daar is zwarte vrijdag begonnen. Ik zie een dokter. Hij tuurt in mijn rechteroog, ik laat hem turen, maar denk "hou je uitsluitend bezig met het andere oog, dat is het probleem".
Er komt een tweede dokter turen - ditmaal een student.
Binnen het halfuur is de volledige afdeling langsgeweest om te staren in mijn rechteroog, een voor hen blijkbaar once-in-a-lifetime-experience. De tamtam blijkt er zeer goed te werken.
Binnen het halfuur ben ik in paniek. Wat is er zo speciaal dat ik het centrum van hun aandacht ben? Wat lokt deze specialisten naar de spoedgevallen? Waarom stellen ze plots al die vragen naar mijn vorige bestemmingen, familieziektes, mijn algemene gezondheid. Ik begin waanbeelden te krijgen van een zeer ernstige ziekte, vermoedelijk besmettelijk, waarbij een verminderd gezichtsveld slechts de eerste symptomen zijn. Ik zie bovendien mijn verdere reisplannen volledig verdwijnen.
Ondertussen hebben ze de diagnose voor mijn rechteroog veranderd, het draagt alleen maar bij tot de verwarring. Ik hoor ze konkelfoezen, net alsof ze een nieuw geval van Ebola ontdekt hebben (ze hebben me gelukkig niet op die manier behandeld).
Stel ik vragen, dan krijg ik vage antwoorden. Om 6 uur 's avonds zit ik te lachen en te beven tezelfdertijd, in zo'n paniekstemming ben ik. Ze hebben een neuroloog kunnen bereiken die me later op de avond nog wil zien. Een neuroloog... Mijn fantasie slaat helemaal door.
En dan. 20 uur 15, de neuroloog. Hij stelt me in minder dan een kwartier gerust. Ik krijg duidelijke antwoorden over de diagnose en de mogelijke oorzaken. Op basis van een reflexentest kan hij met bijna 100% zekerheid een ernstige oorzaak uitsluiten (de volledige 100% volgt dinsdag met een aantal andere testen). Wat ik heb komt ook voor zonder reden, niets om je ongerust over te maken. De behandeling? Afwachten tot het vanzelf geneest. Er valt een zeer donker en zwaar deken van me af. Ik kan toch verder blijven reizen.
En mijn ander oog, de reden waarvoor ik hier ben? Oh, klein detail, dat zullen ze tussendoor, zijnde morgen, oplossen. En wat hebben ze de volgende morgen gedaan? Met 4 andere dokters in mijn rechteroog getuurd. Ik had toegangsgeld moeten vragen. En mijn linkeroog dan? Kom dinsdag terug.
En de kosten? Ik test de grenzen van mijn reisverzekering.
Gepost door Béate Vervaecke op 09:08 0 reacties
dinsdag 10 juni 2008
Some walk in the rain, others just get wet
8 - 10 juni 1999
Jaja, het regent inderdaad, geen nieuws op dit front, tenzij misschien dat het regen is om u tegen te zeggen. Stortbuien m.a.w. die je binnen houden en die je doen verlangen naar warme chocomelk, boterkoeken met rozijnen, pannenkoeken. Het is weer waarbij je verstand laks wordt en je gevoel alles doet om het je zo comfortabel mogelijk te maken. Ik heb dus geld gespendeerd.
En geld spenderen in Byron Bay betekent de ondersteuning van de alternatieve sector, waar Byron Bay voor gekend is. Ik heb dus lichaams- en voetmassage gehad, rondgedobberd in een zoutbad, een helderziende geconsulteerd en Tarotkaarten gelegd.
Wordt er vanaf nu iets aandachtiger gelezen? Wat hebben ze voorspeld?
Eerst en vooral, de helderziende. Ze bleef praten in algemene dingen, dus geen details à la "je hebt een vriendin wiens naam met de letter ...begint" of dingen uit mijn verleden. Ze zag mijn toekomst als een boom die eindelijk wortel schiet en bloeit (waar en in welke omstandigheden, daarover bleef ze vaag), en ik zou een andere boom ontmoeten waarmee ik 2 of 3 boompjes zou kweken (is dit goed nieuws moeder of niet?).
De Tarotkaarten. Die voorspellen niet zozeer je toekomst, maar geven meer een beeld van waar je je nu bevindt en met welke levensvragen je worstelt. Ze proberen een aanwijzing te geven van het te volgen pad. De kaarten waren beangstigend correct. Ik zit in een overgangsfase, waarbij ik meer naar mijn gevoel dan naar mijn rede probeer te leven. Wat uiteraard niet zomaar lukt en turbulenties met zich meebrengt. De meeste kaarten die ik getrokken heb, kwamen op dit thema terug. Met het nodige scepticisme heb ik dan de andere kaarten doorgenomen (misschien waren ze allemaal wel op een of andere manier aan elkaar te relateren). Dat bleek niet zo. Die kaarten die ik gekozen had en op het eerste zicht niet consistent waren, sloten aan bij wat de helderziende voorspeld had. Was het waarheid of bedrog? Ik heb geen flauw idee.
Een van de eerste intuïtieve beslissingen na de sessie was om een dag langer in Byron Bay te blijven, ook al moet ik dringend naar Sydney (zie het verhaal morgen). Ik wil aan een trapeze hangen en van de ene naar de andere vliegen, een droom van toen ik nog een kind was. Wegens regen is het vandaag en morgen uitgesteld. Ook al blijven ze voor de dagen erop regen voorspellen, ik blijf vurig hopen.
Dag twee, regen. Ik ben op een tour naar Nimbin, het Amsterdam van Australië. De hippiegeneratie en de huidige junkiegeneratie zorgen voor een bizarre sfeer en een volledige collectie drugs. 3 kwartier daar is meer dan voldoende. In Nimbin heb ik de spreuk van de titel van dit stukje gevonden.
Some walk in the rain, others just get wet.
In die ene zin zit het belang van hoe je tegen de dingen aankijkt gebald. Zoals een halfvol of een halfleeg glas. De spreuk blijft me de rest van de dag achtervolgen
De regen ook.
Dag 3, niet geplande dag, trapezedag, zon. Ik wip uit mijn bed bij de eerste stralen en profiteer van het goede weer om Cape Byron te verkennen, een ongelooflijk prachtige kaap met adembenemende uitzichten. Ik zie hopen dolfijnen en witte schuimkoppen die verraden dat er walvissen aanwezig zijn.
s' Namiddags hang ik dan eindelijk aan de trapeze, 7 meter hoog. De adrenaline raast door mijn lijf telkens ik afzet om door de lucht te zwieren. Het is ongelooflijk vermoeiend. Na enkele malen oefenen, ben ik klaar om aan mijn knieën te hangen, mijn handen uit te strekken, vastgepakt te worden door de persoon aan de andere trapeze, mijn knieën te strekken en volledig aan de andere persoon te hangen. Er gaat een gil door mijn lijf als het eindelijk lukt. Ik bekijk trapeze vanaf nu met totaal andere ogen. Het gemak waarmee ze naar boven klimmen, zich aan de trapeze afzetten, bewegen, ...Het is schijnbaar.
Een kwartier voor het einde regent het. Ik vind het niet erg, want mijn kaars is al meer dan een halfuur uit. Ik loop de rest van de namiddag te fluiten als een klein kind, waarbij ik iedereen aanraadt om het ook te proberen. Ik ben bovendien trots op mezelf dat ik mijn intuïtie gevolgd heb. Een eerste stap naar mijn innerlijk evenwicht.
Update 7 juni 2007: geen andere boom ontmoet, ben wel "moeder" van 3 katten.
Gepost door Béate Vervaecke op 09:05 0 reacties
zaterdag 7 juni 2008
Brizie, stad van mijn hart
6 - 7 juni 1999
Zodra ik hier ronddwaal, krijg ik dezelfde kick zoals in Sydney. Brisbane is een stad naar mijn hart. De wolkenkrabbers, de krioelende mensen, de stadsparken, de winkelstraten, de straatartiesten (Iggy, de straatartiest die we in Queenstown gezien hebben is hier ook)... Het is bovendien zondag en zonnig, dus heel Brisbane is op de been.
's Avonds, als mondaine backpacker, ga ik naar het casino met een aantal kamergenoten. Het is ongelooflijk verleidelijk om het geluk aan een van de tafels te proberen. Ik ken mezelf echter. Zelfs als ik win, zal ik spelen tot ik alles verloren heb. Daarna zal ik dagen lopen te tandenknarsen over wat ik met het verloren geld had kunnen doen. Ik investeer 1 dollar in een pokermachine, wat me niets oplevert. De kamergenootjes gaan iets verder, zijnde 20 dollar op de roulette, verdwenen in nog geen 5 minuten.
Aan andere tafels rolt het geld. Japanners verliezen met de glimlach, zoveel is duidelijk. Doorwinterde gokkers hebben een blik van "wacht maar tot ik win" op hun gezicht. Ik vrees dat de Anonieme Gokkers heel wat aanhang in Australië hebben. Ik ben er nog geen lid van.
Gepost door Béate Vervaecke op 08:41 0 reacties
donderdag 5 juni 2008
Noosa
5 juni 1999
De kuststreek hier (Sunshine en Goldcoast) is ongetwijfeld de tegenvoeter van de Spaanse kust. Massa, massa, massa. Surfers' Paradise verderop in het zuiden is het Benidorm en Noosa het Marbella van Australië. Het is een chique vakantieoord waar knappe buitenverblijven grenzen aan een ponton met jacht. Er bestaat dus nog een andere manier van reizen dan backpacken.
De omgeving is knap: een groot meer dat via een nauwe rivier toegang biedt tot de zee, een kaap die je mooie uitzichten geeft over de laagvlaktes, bossen die geuren naar eucalyptus na een frisse regenbui. .De goedkoopste activiteit is wandelen en ik geef me er 100% aan over. Af en toe sta ik als een koe met mijn rug in de wind te wachten tot een regenbui overgaat, terwijl een andere eenzame wandelaar er zich niets van aantrekt. Ik zie voor de eerste maal de "Rainbow lorrikeet", een kleurrijke vogel, van dichtbij. Er zit een koppeltje op een kale boom met de grijze zee en hemel als achtergrond. De kleuren groen, geel, blauw, paars en rood flitsen alle kanten uit. Als ik ooit nog eens een huisdier zou houden...
's Avonds val ik als een blok in slaap, ondanks de uitnodiging van een aantal andere backpackers om naar Star Wars te gaan zien. De reacties de dag erna waren matig. De hype verliest zijn kracht. Een dezer zal ik er ook mijn steentje aan bijdragen.
Gepost door Béate Vervaecke op 08:37 0 reacties
woensdag 4 juni 2008
4WD'en op het strand
2 - 4 juni 1999
Haha, Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Oord van kristalbauwe meren, lange witte zandstranden en regenwoud. Nationaal Park. Wereld Erfgoed. Backpackers Speeltuin.
Fraser Island is één van de backpackers stopplaatsen op de Oostkust, niet omwille van de schoonheid van het eiland, maar omdat je er naar hartelust op het strand kan rijden en je 4WD handigheid kan uittesten (met de nodige ongevallen tot gevolg).
Omdat ik er weinig voor voel om 3 dagen door te brengen tussen een groep 20-ers met een maagdelijk ongekreukt rijbewijs, een overheersend "ik kan 4WD'en" gevoel en een overdosis drank, ga ik op een begeleide 4WD toer. We mogen de auto besturen maar de gids zorgt ervoor dat iedereen de grenzen van de 4X4 respecteert. Ik zwijg wijselijk dat mijn dieptezicht niet 100% is. Het blijkt niet verdacht stil als ik rij.
De Jeep wordt overheerst door Scandinavië: 2 Deense meiden en 2 Zweedse koppels. Goed voor mijn Zweeds en tv-jeugdherinneringen (Pipi Langkous en Emiel, het kwajongetje dat zich verborg in een schuur als hij iets had uitgehaald).
Er is ook een hilarisch Brits koppel aan boord. We lachen wat af, soms met de domste dingen eerst.
Uiteraard zijn ook de regen en de kou aanwezig, ik zou schrikken indien het zonnig zou zijn. Het regenseizoen is niet wat het geweest is. Sommige Australiërs spreken van een 25-jarige cyclus, waarbij nu de natte periode aanbreekt. Ik hoop dat ze ongelijk hebben zolang ik nog op de Oostkust vertoef.
Tussen al het zand door zou ik vergeten dat het eerste deel van Star Wars hier in premiere is gegaan, met de nodige hype tot gevolg. Zelfs onder backpackers is het "bon ton" om de film te zien voor de terugkeer naar Europa. Het wordt tijd om naar de film te gaan, dan kan ik het lekker verklappen.
En oh, is iemand geïnteresseerd in de laatste uren van George Clooney in ER? Of het wel en wee van Marge en Harold in Neighbours? Eén adres...
Gepost door Béate Vervaecke op 08:40 0 reacties
zondag 1 juni 2008
Mijn diepste ik
1 juni 1999
Er valt vandaag, net zoals gisteren, weinig toeristisch te beleven. Ik doe inkopen, beantwoord mijn e-mails, voer gesprekjes met andere reizigers en update mijn reisverhalen. Voor die dagen waarop niets te doen is, heb ik een aantal algemene stukjes in mijn hoofd. Ik kan iets schrijven over de hostels waarin ik verblijf, over de Aborigines of over mijzelf, hoe ik dit reizen ervaar. Vandaag kies ik voor het moeilijkste, mijzelf. Wat is de balans na 7 maanden reizen? Tataaaaaa...
Positief, kort samengevat.
Ik geniet nog altijd van mijn vrijheid, ook al wordt die in banen geleid door mijn toeristengeweten en door financiële beperkingen. Mijn geweten zorgt ervoor dat ik rond blijf reizen en de toeristische attracties bezie, zelfs als mijn luiheid op sommige dagen dreigt de overhand te nemen. Mijn financiële beperkingen, wel, je kan niet alles zien en doen. Ik ben ondertussen een echte budgetshopper geworden.
Dit betekent niet dat ik de krekel ben uit het verhaaltje van de krekel en de mier. Ik ben niet blind voor mijn toekomst en voor mijn terugkeer in "the real life", zoals vele backpackers het omschrijven. Ik kwel mezelf soms, ook 's nachts in mijn dromen, over hoe het zal zijn. En ik voel me soms schuldig dat ik een jaar onbezonnen en onverantwoordelijk leef, vooral als ik berichtjes krijg van vrienden die ander werk hebben, gepromoveerd zijn, een eigen zaak hebben opgericht,... Mijn tijdverdrijf is weinig toekomstgericht in vergelijking met dit alles.
Alhoewel. Het reizen heeft hopelijk een positieve invloed op mij. Mijn geest is ruimer geworden door de vele contacten met andere reizigers. Ook nu nog sta ik versteld van het aantal mensen dat ik ontmoet die er een jaar van onder muizen. Ik ben niet alleen met mijn twijfels.
Ik probeer met minder vooroordelen te leven. De nationaliteit, hun taal, hun achtergrond, hun studies, hun uiterlijk of klederdracht. Ik probeer het te negeren.
Het materiele is minder belangrijk geworden. Ik leef uit mijn rugzak, slaap in soms wankele bedden, ontspan in uitgerafelde sofa's en kook in elementaire keukens waar nogal wat anderen ook proberen te koken. Het doet me niets.
Mijn moeder vraagt me telkens ik bel of ik al vrienden gevonden heb. Ik kom elke dag mensen tegen, maar de contacten zijn zo kort dat vriendschappen niet echt een kans hebben. Ik voel me echter uiterst zelden eenzaam. En doet het zich voor, dan is er een toer in het vooruitzicht of dan praat ik met iedereen die ik ontmoet.
Ik ben echter niet op zoek naar vrienden om samen te reizen. Ik koester de luxe om alleen te reizen, vooral als het in een land als Australië is. Ik spreek de taal en struikel overal over andere reizigers waarmee ik kan communiceren. Misschien denk ik er na mijn verblijf in Japan anders over.
Wil ik nu al terug naar huis? Alleen als ik na 3 weken terug verder mag reizen. Ik ben uiteraard nieuwsgierig naar iedereen ginderachter, maar het wint het voorlopig niet op mijn nieuwsgierigheid voor andere landen.
Kortom, ik heb er geen spijt van.
Karl, ik draag dit tekstje aan jou op. Na zeven maanden nog altijd niet terug thuis.
Gepost door Béate Vervaecke op 08:34 0 reacties