11 - 12 juni 1999
Sinds drie weken heb ik een troebel zicht in mijn rechteroog. Het is begonnen op de zeiltrip in de Whitsundays en sindsdien ben ik bij twee oogartsen langsgeweest.
De eerste stelt de diagnose en zegt dat de enige remedie afwachten is tot het zicht herstelt.
De tweede dokter bevestigt de diagnose, maar geeft me medicijnen. Hij is echter zo vriendelijk om me op een probleem in mijn linkeroog te wijzen, dat een kleine medische ingreep vereist. Ik besluit dit in Sydney, in een zeer gekend ooghospitaal, te laten doen. Ik kan geen afspraak maken, ik moet via de spoedgevallen, uren wachten gegarandeerd.
En daar is zwarte vrijdag begonnen. Ik zie een dokter. Hij tuurt in mijn rechteroog, ik laat hem turen, maar denk "hou je uitsluitend bezig met het andere oog, dat is het probleem".
Er komt een tweede dokter turen - ditmaal een student.
Binnen het halfuur is de volledige afdeling langsgeweest om te staren in mijn rechteroog, een voor hen blijkbaar once-in-a-lifetime-experience. De tamtam blijkt er zeer goed te werken.
Binnen het halfuur ben ik in paniek. Wat is er zo speciaal dat ik het centrum van hun aandacht ben? Wat lokt deze specialisten naar de spoedgevallen? Waarom stellen ze plots al die vragen naar mijn vorige bestemmingen, familieziektes, mijn algemene gezondheid. Ik begin waanbeelden te krijgen van een zeer ernstige ziekte, vermoedelijk besmettelijk, waarbij een verminderd gezichtsveld slechts de eerste symptomen zijn. Ik zie bovendien mijn verdere reisplannen volledig verdwijnen.
Ondertussen hebben ze de diagnose voor mijn rechteroog veranderd, het draagt alleen maar bij tot de verwarring. Ik hoor ze konkelfoezen, net alsof ze een nieuw geval van Ebola ontdekt hebben (ze hebben me gelukkig niet op die manier behandeld).
Stel ik vragen, dan krijg ik vage antwoorden. Om 6 uur 's avonds zit ik te lachen en te beven tezelfdertijd, in zo'n paniekstemming ben ik. Ze hebben een neuroloog kunnen bereiken die me later op de avond nog wil zien. Een neuroloog... Mijn fantasie slaat helemaal door.
En dan. 20 uur 15, de neuroloog. Hij stelt me in minder dan een kwartier gerust. Ik krijg duidelijke antwoorden over de diagnose en de mogelijke oorzaken. Op basis van een reflexentest kan hij met bijna 100% zekerheid een ernstige oorzaak uitsluiten (de volledige 100% volgt dinsdag met een aantal andere testen). Wat ik heb komt ook voor zonder reden, niets om je ongerust over te maken. De behandeling? Afwachten tot het vanzelf geneest. Er valt een zeer donker en zwaar deken van me af. Ik kan toch verder blijven reizen.
En mijn ander oog, de reden waarvoor ik hier ben? Oh, klein detail, dat zullen ze tussendoor, zijnde morgen, oplossen. En wat hebben ze de volgende morgen gedaan? Met 4 andere dokters in mijn rechteroog getuurd. Ik had toegangsgeld moeten vragen. En mijn linkeroog dan? Kom dinsdag terug.
En de kosten? Ik test de grenzen van mijn reisverzekering.
donderdag 12 juni 2008
Zwarte vrijdag
Gepost door
Béate Vervaecke
op
09:08
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten