zondag 29 juni 2008

Adelaide

26 - 29 juni 1999

Na een nachtje bussen arriveer ik 's morgens vroeg in Adelaide. Daar wordt ik opgewacht door ronselaars voor de jeugdherbergen. 10 ronselaars en slechts enkele backpackers, we staan in een sterke onderhandelingspositie. Uiteindelijk kies ik voor een ronselaar die er op zijn zachtst gezegd niet flits uitziet maar me onbeperkt Internet en pannenkoeken bij het ontbijt belooft. De hostel zit in een gezellig huis en heeft een toffe sfeer. Iedereen praat met iedereen. Ik heb het al een paar maal anders meegemaakt en ik vraag me nog altijd af hoe het komt dat in sommige hostels er een koude sfeer hangt terwijl in anderen het precies een grote familie is. De inrichting is sterk bepalend, maar niet doorslaggevend.

Adelaide is bizar. 1 miljoen inwoners uitgesmeerd over een gigantische oppervlakte zodat je zelfs in het centrum amper een grootstadgevoel hebt. Daarbuiten is het net een provinciestad. Ik heb hier vier dagen te spenderen, tot de toer naar Alice Springs vertrekt. Ik laat me niet verleiden voor een toer naar de wijnstreek, Kangeroo Island of de omliggende heuvels. Ik blijf in Adelaide en slenter er rond, zonder een specifiek doel. Op de groentenmarkt koop ik veel te veel, zodat ik de komende dagen niet anders kan dan gezond eten. Mijn hoeveelheden slinken in het niets bij het zien van de inkopen van een Nederlandse. 1 kg kangoeroevlees, hopen champignons en andere groenten. Ze zal haar diner deze avond met vele anderen delen.

Ik ga hier ook voor de eerste keer naar een Aboriginal Cultureel Centrum, waar een korte uiteenzetting gegeven wordt over de didgeridoo, die lange houten pijp met dat specifiek geluid. Het is aartsmoeilijk en ik krijg er geen fatsoenlijk geluid uit. In de kunstgalerie is net een filmploeg met een documentaire bezig over vrouwelijke aboriginal kunstenaars en hun werken. Van sommige schilderijen ben ik serieus onder de indruk, nog meer als ik het prijskaartje zie. Een kwart miljoen Belgische Frank. Slik. Ik schud de hand van een van de kunstenaressen, totaal a-kunstenaar gekleed. Niets in haar kledij of houding verraadt haar creativiteit. Ze ziet er zelfs armoedig uit.

Nu ik toch de culturele toer op ben, ga ik 's avonds naar een voorstelling van Ierse dans, The Spirit of the Dance. Commercieel in het kwadraat, gestuwd door het Australisch gedweep met alles wat Iers is, zonder enige creativiteit. Anderhalf uur onderga ik variaties op tapdans, de Ierse viool en een slechte choreografie. Het is geen Anne-Theresa De Keersmaeker (of hoe je het ook schrijft).

De laatste avond zie ik Andy, Kat en Ian terug. Andy en Ian waren gids, respectievelijk chauffeur van de Nullarbortoer die ik in maart heb meegemaakt. Kat is de Belgische vriendin van Andy. De wereld blijkt klein, want een ex-collega van Kat is iemand waar ik mee heb samengewerkt. Ik hoop dat ik de contacten tussen hen ondertussen heb hersteld (e-mail geniet nog altijd mijn bewondering). Voor de rest zwetsen we over België, Australië, chocolade en bier. Ik ben blij hen te hebben gezien.

Morgenvroeg zit ik terug op een tiendaagse. Door de Outback richting Alice Springs. Daarna vertrek ik onmiddellijk richting Darwin, waar ik een vijfdaagse meemaak in Kakadu National Park. Ik hoop dat beide tours een mooie afsluiter vormen voor Australië.

Geen opmerkingen: