zondag 1 juni 2008

Mijn diepste ik

1 juni 1999

Er valt vandaag, net zoals gisteren, weinig toeristisch te beleven. Ik doe inkopen, beantwoord mijn e-mails, voer gesprekjes met andere reizigers en update mijn reisverhalen. Voor die dagen waarop niets te doen is, heb ik een aantal algemene stukjes in mijn hoofd. Ik kan iets schrijven over de hostels waarin ik verblijf, over de Aborigines of over mijzelf, hoe ik dit reizen ervaar. Vandaag kies ik voor het moeilijkste, mijzelf. Wat is de balans na 7 maanden reizen? Tataaaaaa...

Positief, kort samengevat.

Ik geniet nog altijd van mijn vrijheid, ook al wordt die in banen geleid door mijn toeristengeweten en door financiële beperkingen. Mijn geweten zorgt ervoor dat ik rond blijf reizen en de toeristische attracties bezie, zelfs als mijn luiheid op sommige dagen dreigt de overhand te nemen. Mijn financiële beperkingen, wel, je kan niet alles zien en doen. Ik ben ondertussen een echte budgetshopper geworden.

Dit betekent niet dat ik de krekel ben uit het verhaaltje van de krekel en de mier. Ik ben niet blind voor mijn toekomst en voor mijn terugkeer in "the real life", zoals vele backpackers het omschrijven. Ik kwel mezelf soms, ook 's nachts in mijn dromen, over hoe het zal zijn. En ik voel me soms schuldig dat ik een jaar onbezonnen en onverantwoordelijk leef, vooral als ik berichtjes krijg van vrienden die ander werk hebben, gepromoveerd zijn, een eigen zaak hebben opgericht,... Mijn tijdverdrijf is weinig toekomstgericht in vergelijking met dit alles.

Alhoewel. Het reizen heeft hopelijk een positieve invloed op mij. Mijn geest is ruimer geworden door de vele contacten met andere reizigers. Ook nu nog sta ik versteld van het aantal mensen dat ik ontmoet die er een jaar van onder muizen. Ik ben niet alleen met mijn twijfels.

Ik probeer met minder vooroordelen te leven. De nationaliteit, hun taal, hun achtergrond, hun studies, hun uiterlijk of klederdracht. Ik probeer het te negeren.
Het materiele is minder belangrijk geworden. Ik leef uit mijn rugzak, slaap in soms wankele bedden, ontspan in uitgerafelde sofa's en kook in elementaire keukens waar nogal wat anderen ook proberen te koken. Het doet me niets.

Mijn moeder vraagt me telkens ik bel of ik al vrienden gevonden heb. Ik kom elke dag mensen tegen, maar de contacten zijn zo kort dat vriendschappen niet echt een kans hebben. Ik voel me echter uiterst zelden eenzaam. En doet het zich voor, dan is er een toer in het vooruitzicht of dan praat ik met iedereen die ik ontmoet.

Ik ben echter niet op zoek naar vrienden om samen te reizen. Ik koester de luxe om alleen te reizen, vooral als het in een land als Australië is. Ik spreek de taal en struikel overal over andere reizigers waarmee ik kan communiceren. Misschien denk ik er na mijn verblijf in Japan anders over.

Wil ik nu al terug naar huis? Alleen als ik na 3 weken terug verder mag reizen. Ik ben uiteraard nieuwsgierig naar iedereen ginderachter, maar het wint het voorlopig niet op mijn nieuwsgierigheid voor andere landen.

Kortom, ik heb er geen spijt van.

Karl, ik draag dit tekstje aan jou op. Na zeven maanden nog altijd niet terug thuis.

Geen opmerkingen: