donderdag 31 januari 2008

Pech onderweg

31 januari 1999

Halfweg tussen Mildura en de Grampians ontdekt Piet dat de achterklep van de Volvo het niet lang meer zal volhouden. De ene scharnier is gescheurd, de andere vertoont kleinere scheurtjes. Blijkbaar was aan 100 km per uur rijden over een onverharde hobbelige weg toch niet zo'n goed idee.

We besluiten om te stoppen in Horsham om scharnieren te bestellen. Het verbaast me dat men dit nog maakt na 20 jaar, maar ze zijn voorradig en leverbaar binnen de 36 uur. Morgen kunnen we doorrijden naar de Grampians om daarna terug te keren voor de herstelling.

Horsham heeft buiten het plaatselijke 50 meter zwembad niets te bieden. Nooit te oud om te leren, krijg ik er les van een moeder van 2 mini kampioenen. Ik weet eindelijk hoe ik de schoolslag correct moet zwemmen en ik blijk er nog snel in ook. Met de vlinderslag verdrink ik na 5 slagen en met de vrije slag drink ik het zwembad leeg. Ik blijf veilig op het terrein dat ik ken.

Ondertussen moet ik eerlijkheidshalve bekennen dat ik gevallen ben voor de (nep)ijsjes van McDonald's. Piet deelt deze passie, met rampzalige gevolgen voor mijn lijn die ondertussen curve genoemd kan worden. Ik zal meer moeten sporten om deze ijsjes te verdienen, wat met Piet niet motiverend is want hij houdt niet van al sportend afzien. Morgen een stevige wandeling in de Grampians en de ijsjes zijn er hopelijk af. (Terwijl ik dit, enkele weken later, herlees weet ik dat het gevecht hopeloos verloren is. Ik maak me wijs dat het een werkje zal zijn voor als ik terug in België ben).

woensdag 30 januari 2008

Lake Mungo


30 januari 1999

Ik rij mee met Piet, Nederlander, neen eigenlijk een Fries, ook daar hebben ze er last van. Hij reist voor een jaar rond in Australië met een werkvisum op zak. Nog 2 maanden en hij mag naar huis, een vooruitzicht waar hij mee kan leven.

Met zijn 20 jaar oude Volvo testen we aan 100 km per uur de outbackwegen tussen Broken Hill en Mildura. We rijden kilometers in wat lijkt als niemandsland, maar wat in werkelijkheid gigantische droge graasweides blijken te zijn voor koeien en schapen. Langs de weg komen we geregeld dode kangeroes tegen, verliezer na een aanrijding met een wagen, meestal 's nachts. Emu's blijken na een dergelijke confrontatie even plat.

We passeren Lake Mungo National Park, een groot uitgedroogd meer met aan een zijde een hoge witte duinenrij. Archeologische vondsten dateren de Aborigine beschaving hier op minstens 30.000 voor Christus. Wij liepen toen nog op 4 poten denk ik. De gemiddelde Aussie heeft daardoor spijtig genoeg niet meer respect voor de
oorspronkelijke bewoner van zijn land. In hun ogen zijn ze lui, profiteren ze van de vele toelages en zijn het dronkaards. Ik moet mijn eerste Aborigine nog ontmoeten.

Op mijn eerste echte dag in de outback word ik verrast met hordes levende kangoeroes en emu's. Ik voel me op safari in Afrika. s' Avonds zijn we in Mildura, een stadje waar weeral eens niets te bezien en te beleven valt, tenzij je een confrontatie met een dronken Australiër (de geïmporteerde, niet de originele versie) in een pub wil. Volgens mijn reisbijbel echter is dit een stad met een aantal toeristische bezienswaardigheden. Ik neem me voor om alles mbt stadjes vanaf nu iets kritischer te lezen. Kwestie van meer tijd te kunnen besteden aan de dingen die echte de moeite waard zijn. Morgen rijden we verder zuidwaarts.

dinsdag 29 januari 2008

Broken Hill

28 - 29 januari 1999

Ik ben 1100 km van Sydney, in wat de Australiërs de "outback" noemen. Eerst wilde ik naar nog meer Outback, naar Bourke. De Australische uitdrukking "Back of Bourke" betekent zoveel als "Bachten de Kupe", of "in een verafgelegen gebied" (na Australië is niets nog verafgelegen in België). Ik denk dat Broken Hill een mooi alternatief voor Bourke vormt. Om er te geraken zit je uren op de bus, op een eenzame weg door rood land. Het lijkt op het Australië zoals ik er het beeld van had.

Broken Hill heeft zijn bestaan te danken aan de aanwezigheid van zilver, lood en nikkel, dat gewonnen wordt door de Broken Hill Company. Met zijn 21.000 inwoners is het een redelijk grote stad, waar weinig te beleven valt, tenzij je houdt van een bezoekje aan de mijn, aan de historische (ahum) gebouwen, aan de "Royal Flying Doctors" en aan het hotel dat te zien was in de film "Priscillia, Queen of the Desert".

Ik kies alleen voor het hotel (2 biertjes en een gezellige babbel met de dame op leeftijd achter de bar) en de Flying Doctors, die mijn 100% respect krijgen voor wat ze doen. Knappe dokters waren er echter niet en de basis leek zelfs niet op deze van de tv-serie. Coopers Crossing blijkt ook al niet te bestaan. De opnames werden gemaakt in Minyip, een beter bereikbaar stadje enkele 100 kms zuid. Over de hitte, de droogte en de vliegen hebben ze in de serie echter niet gelogen.

Ik kan morgen mee met een Nederlander, Piet, wat ik in dank aanvaard. Op weg naar Mildura zullen we een groot deel afleggen op onverharde weg. Het geeft me de kans om dit Australië van nog dichterbij te voelen.

zondag 27 januari 2008

Sydney


18 - 27 januari

Sydney stond me zo hard aan dat ik er 10 dagen gebleven ben. In die 10 dagen heb ik vele kilometers te voet en met het openbaar vervoer afgelegd om de toeristische attracties te zien. De Opera, de "historische" gebouwen, de brug, de haven, de botanische tuinen, Manly en Bondi Beach, de locatie voor de Olympische Spelen van 2000 (Fredje, baan 9 van het olympisch zwembad heb ik persoonlijk uitgetest),...

Voor het overige ben ik praktisch bezig geweest met af en toe een lui intermezzo.
Ik heb berekend wat een eigen auto kopen me zou kosten t.o.v. het openbaar vervoer en het plan is afgevoerd. Ik probeer nu te wennen aan het idee. Het zal een groot verschil zijn met NZ, waar ik supermobiel was.

Ik heb mijn ongeveer reisroute uitgestippeld, versie 1.0, een werkje van een regenachtige dag. Australië is gigantisch en al het moois ligt overal. Om toch zo veel mogelijk te zien is een goede planning belangrijk, anders zal ik mijn laatste maand in sneltempo afleggen omdat nog dat en dat te zien is.

Ik heb een dagje immigrantje gespeeld om mijn visum te verlengen tot 6 maanden. Indonesië heb ik nl. uit mijn lijst van bestemmingen geschrapt. Het lijkt me er allesbehalve veilig.

In die tien dagen had ik het reuze naar mijn zin in de jeugdherberg waar ik verbleef. Het gebouw en de inwoners deden me denken aan een studentenkot op rust. Het merendeel van de logees had een tijdelijke job in Sydney, en wild fuiven zat er niet in, praten en tv-kijken wel. Ik deelde mijn studentenkamer met een rustige half Britse/half Australische. Ik heb voorlopig afscheid van haar genomen, omdat ze ongeveer dezelfde reisroute heeft als ik. De kans is groot dat ik haar nog ergens tegenkom.

En nu heb ik eindelijk de knoop doorgehakt voor mijn eerstvolgende bestemming in Australië. Ik ga naar Broken Hill, als het je bekend in de oren klinkt, dan heeft de tv-serie 'flying doctors" er alles mee te maken. Hopelijk zijn de dokters zo knap als in de tv-serie.

woensdag 16 januari 2008

Afscheid

17 januari 1999

Mijn hart bloedt. Vandaag rij ik voor de laatste keer door het NZ landschap en breng ik de campervan terug. Vanavond slaap ik voor de laatste maal in NZ. Ik heb minder dan 24 te spenderen in dit land en het doet me ongelooflijke pijn.

Ik zal het missen, de mooie landschappen, de toffe trektochten, de vriendelijke Kiwi's, de gelijkgestemde toeristen. Geen vezel van mijn lijf gelooft dat Australië eenzelfde ervaring zal worden. Elke cel hoopt het.

Oh NZ, ik hoop dat ik vlug over onze scheiding heen ben.

31 jaar in de Lost World


16 januari 1999

Ik ben jarig en dat verdient een cadeau. Geen diamanten ring of een andere vrouw's beste vriendin. Ik wil een cadeau met avontuur. Volgens de brochure ga ik een activiteit doen met een 8 op de schaal van Rambo. Ik ben in Waitomo, oord van een heleboel grotten. Eentje ervan is bereikbaar via een rivier nadat je 100 meter afgedaald bent, geharnast aan een touw. Rappel of abseilen heet het en het is op mijn lijf geschreven. Beneden aangekomen staan we in deze kloof de plantengroei te bewonderen. Hier, op deze diepte, groeien nog mossen en varens, wanhopig proberend elk straaltje gefilterd zonlicht te bemachtigen.. Het geeft het geheel een feeërieke sfeer.

Omdat ik voldoende publiciteit gevoerd heb rond mijn verjaardag, krijg ik beneden na het lunchpakket mijn verjaardagstaart. De groep, bestaande uit 7 toeristen en 2 gidsen, zingt "Happy Birthday". Het is grappig.

Na dit intermezzo vatten we het serieuzere werk aan. Onze wetsuits en witte gummilaarsjes (ze hadden ook roze) zullen ons de komende 3 uren beschermen tegen het koude rivierwater. We zoeken onze weg al zwemmend, al wurmend door nauwe holen, al klauterend, al springend in afgronden. We zien prachtige rotsformaties en gloeiwormen (mijn vrije vertaling voor glowworm "glimworm"), die in een sterrenformatie een blauwige kleur uitstralen. We staren er 10 minuten naar in het donker en in absolute stilte. Dit is opnieuw het "niet van deze planeet" gevoel. Pas in de late namiddag komen we terug boven de grond, uitgeput en onder de indruk van de ervaring.

De dag en mijn verjaardag worden afgesloten met een barbecue en iets te veel bier. Het is laat als ik afscheid neem van de teamleden voor een dag. Morgen ontwaak ik ongetwijfeld met een kater.

Exclusieve escorte

15 januari 1999

Voor amper 180 BEF kan je in de zee rond Goat Island genieten van een exclusieve escorte. Het gebied is een zeereservaat waar de vissen, schelpen, wieren en algen baas zijn. En er zijn veel bazen. Omwille van de overvloed is het een toeristische attractie geworden. Je kan al snorkelend of in een boot met glazen bodem kennismaken met de onderwaterwereld.

Als surplus komen de vissen uit de hand eten. Bijgevolg is elk zwemmende mens, dus ik ook, een potentiële bron van voedsel. Ze volgen je waar je ook maar zwemt. Mijn exclusieve escorte bestond op een gegeven moment uit een 20-tal vissen, variërend tussen 10 en 50 cm. Ze hadden een grijze kleur en blauwe fluorescerende bollen op hun zij. Waar ik zwom, zwommen zij ook, en vis zijnde hadden ze zelfs na een kwartier niet door dat ik niets te eten had. Ik heb een keer mijn hand uitgestoken om ze zogezegd eten te geven. Een vis van ongeveer 40 cm kwam mijn hand kussen en ik ben geschrokken van de aanraking van zijn ruwe mond. Plots had ik een visioen van 100 vissen die op me afstormden en me aanraakten. Het was voldoende om me wild om me heen te laten slaan en alle vissen weg te jagen. Ik moet toch eens die paranoïde van me laten nakijken.

Na een uur heb ik afscheid genomen van mijn vissen. Het was me een waar genoegen.

dinsdag 15 januari 2008

Zeilen in de Bay of Islands

14 januari 1999

Bay of Islands is zowat het vakantie-oord voor de Kiwi. Mooie stranden en 144 eilandjes liggen in een prachtige baai te wachten op de toerist. Een van de manieren om de Bay of Islands te verkennen is met een zeiljacht. We zijn met 3 zweden, 1 half Brit, half Nederlander en 2 volbloed Britten aan boord. Het jacht meet 12 meter.

Van vorige zeiltripjes herinner ik me dat in en uit een haven varen en elk manoeuver op zee de basis waren voor opperste allertheid op het schip. Op "She's a Lady" is niets van dit alles te merken. Glen, de schipper, hoeft geen hulp van de crew. In feite gaat alles veel vlotter als niemand helpt, wat me opnieuw het luie echtgenoot gevoel bezorgt. Ik berust in de situatie nadat ik EEn keer op een slakkentempo het fokzeil heb aangetrokken bij het overstag gaan. Het was zeker niet het meest elegante manoeuver van de dag.

We gaan de eerste keer aan land op een eilandje waar Kapitein Cook gedurende 2 weken in een reusachtige grot geschuild heeft. Ik vind dit ongelooflijk. De moderne mens gaat op een avontuurlijke reis, maar eigenlijk weet hij van zijn bestemming zowat alles. Toen Cook hier rond 1770 was, had hij er geen flauw idee van hoe het land eruit zag, wie de mensen waren, welke gevaarlijke dieren er zaten. Hij had geen GPS, GSM, of andere moderne middelen. Mijn respect groeit me de dag.

De tweede stop is in een rustige baai, waar we knieboarden, dat is op de knieen op een plank achter een motorboot aan. Zalig en neen, ik ben er niet afgevallen. Wie weet word ik een echte waterrat.

In de ondertussen aanzwellende regen zeilen we terug, richting thuishaven. Kletsnat ben ik aangekomen en ik vrees dat ik daar de basis gelegd heb voor een ziekte. Hopelijk niet al te erg.

maandag 14 januari 2008

Belgiese Woensdag


13 januari 1999

Dit zou België kunnen zijn. Ik zit hier op de parking van een motel, gelegen aan een drukke baan. Het weer is grijs, het miezert, en het ziet er naar uit dat het voor de rest van de dag is. Ik wacht hier op een toerbus die me met een school andere toeristen naar Cape Reinga brengt, het bijna meest noordelijke punt van NZ. De brochure belooft veel info over historisch NZ, prachtige landschappen, een lunch en veel plezier. Het verslag volgt vanavond, voor jullie staat het hier gewoon onder.

Het is gewoon de hele dag blijven miezeren. Cape Reinga, normaal gezien oord van mooie plaatjes, lag in mist omhuld. Van de omgeving was weinig te merken. Het 90 Miles Beach, in de terugkeer de autosnelweg voor de bus, deed me met dit weer denken aan de Vlaamse kust, alleen ontbraken de flatgebouwen. Hoogtepunt was toen we op de slee mochten afdalen van de lokale "Hoge Blekker". 3 maal ben ik naar boven gehold om te kunnen glijden. Het was pure fun, en ik vrees dat dit mijn herinnering zal worden van Cape Reinga.

zondag 13 januari 2008

Close encounters of the second kind


12 januari 1999

Ik heb hem hier voor me, helemaal voor mij alleen. Zijn naam is Yakas, hij ligt op een halfuur wandelen en hij is maar de 8ste grootste Kauri boom in NZ. Geen toerist die dus in hem geïnteresseerd is. Hij heeft zelfs geen informatiebordje, zo "gewoontjes" is hij. Zijn stam is 4 meter in diameter en minstens 20 meter hoog. Hij is indrukwekkend.

Yakas leeft hier al minstens 1000 jaar. Hij heeft de aankomst van de Maori's in NZ meegemaakt en de rest van de geschiedenis van NZ. Echter, Yakas is nooit ergens anders geweest dan op deze plaats in het bos. In die tijd zijn er bomen rondom hem afgestorven, zijn er nieuwe gegroeid, heeft de mens zijn verwanten geveld, hebben er dieren rondom hem een kort leven gehad, ... En nu komen toeristen hem bewonderen. Eens zal Yakas de grootste levende Kauri zijn, en dan zal dit zo stille en rustgevende bos een gekwetter rijker zijn. Straks ga ik zien naar de grootste levende Kauri. Dag Yakas, je bent ongetwijfeld de mooiste.

zaterdag 12 januari 2008

Een educatief dagje

11 januari 1999

Ik ben vanmorgen een museum binnengestapt, een feit dat bij mij enkel maar op reis voorkomt. Het museum handelt over de reusachtige Kauribomen en de pioniers die ze geveld hebben. Op nog geen 100 jaar zijn de Kiwi's erin geslaagd om slechts 4% Kauribos over te laten. Om je een idee te geven van de boom. De grootste ooit was 8 meter diameter en was 60 meter hoog, voldoende voor hopen zeer kwalitatief hout. Nu is het ten strengste verboden om een Kauri te vellen. Als toeristische attractie zouden ze nu toch meer opbrengen dan als plankje. Het enige wat nog mag is de Kauribomen uit het moeras opgraven, waar ze soms 10.000 jaar hebben liggen wachten op hun volgende bestemming.

Het museum was interessant, maar overkill. Ik denk dat ze hun volledige collectie hebben uitgestald. Wat me meest geshockeerd heeft, was niet de slachting die ze in het bos hebben aangericht, maar het contract dat gold voor de lerares van de dorpsschool. Ze mocht gedurende de periode van het contract niet trouwen, niet met mannen uitgaan, niet in de ijsshops van toen gezien worden, niet gezien worden in een auto met een man die geen familie is. Ze moest minstens 2 onderrokken dragen en 's avonds thuis zitten, tenzij school anders vereiste. ONGELOOFLIJK. Het woordje "pioneer" was niet bedoeld voor hun houding ten opzichte van vrouwen. Wat je allemaal niet leert in een museum van bomen.

Ik ben 's avonds voor de tweede maal in NZ gaan paardrijden, ik heb de smaak terug te pakken. Het was een 3 uur durende ontspannende rit langs het mooie zandstrand, net voor zonsondergang (het was wel bewolkt). Af en toe werd onze rust verstoord door auto's, een gebruik van vroeger toen er nog geen weg lag.

Nu zit ik hier met pijnlijke benen en knieën te tikken. Ik word te oud om 3 uur op een paard te zitten. Morgen zullen mijn spieren wreed pijn doen.

vrijdag 11 januari 2008

Mount Moehau

10 januari 1998

Ik had vandaag de Mount Moehau willen beklimmen, met zijn 892 meter het hoogste punt van de Coromandel. Bij helder weer krijg je een fantastisch zicht. Echter, ik had het vannacht al gehoord, het regent. Dit terwijl de weersvoorspelling een wolkenloze dag had voorspeld. Nu heb ik geen zin om me in het zweet te werken en nat te laten regenen, om dan boven op een troosteloze wolk te staren. Klim geannuleerd. Ik sprak erover met de eigenaar van de camping, en die raadde me de klim zelfs af bij helder weer. Het is een steile helling en de track is niet altijd goed aangeduid. Elk jaar moeten ze mensen van de helling plukken die geen kant meer opkunnen. Ik zie de opluchting in zijn ogen als ik zeg dat ik met het slechte weer toch niet ga. Ik zal onmiddellijk doorrijden naar Northland.

Aan een gezapig tempo en bij een goed muziekje heb ik de rest van de dag gereden. Ook dit geeft me een vakantiegevoel.

donderdag 10 januari 2008

Een warme zaterdagmorgen


9 januari 1998


Af en toe moet je eens breken met de traditie om elke morgen een uitgebreid en langzaam ontbijt te nemen, een van de luxes op vakantie. Ik sla het vandaag eventjes over om een warm bad te nemen op het strand. Het is niet voor niets dat deze plaats Hot Water Beach noemt. Op een bepaalde plaats is het zand hier gloeiend heet, omwille van de thermische activiteit. Het blijkt trendy om een kuil te delven, en te ontspannen in een lekker warm zeebad.

Samen met 2 andere wildkampeerders, de vrouw met haar zoon, zullen we proberen op het strand een plaatsje te krijgen in zo'n kuil. We zijn te lui om er zelf een te delven. en wie zou neen durven zeggen tegen twee vrouwen? Het is een strategie die uiteraard werkt. We worden uitgenodigd in de kuil van twee Zwitsers, waar gezellig gekeuveld wordt. De zee komt op en drie kwartier later heeft het koude zeewater de kuil verzwolgen. Ik neem afscheid van de vriendelijke Zwitsers en van de vrouw en begin aan het uitgebreid en langzaam ontbijt dat op me wacht.

De rest van de dag is minder aantrekkelijk . Ik moet de campervan uitstoffen, na mijn ritje op de kiezelweg. Ik vrees dat ik er een tijdje zoet mee zal zijn. Wat een gezellig vooruitzicht, en dat voor een weekend.

woensdag 9 januari 2008

De neef van "Antonio Banderas"

8 januari 1998

Ik heb vandaag gereden en gereden en gereden. En wat nog erger is, het was een lang stuk op een bochtige kiezelweg waar je maximaal 40 haalt met de campervan omdat hij anders uit elkaar valt. Om mezelf helemaal gelukkig te maken heb ik een serieus stuk gereden met de achterdeur op een kier (het is me een raadsel waarom ze niet helemaal is opengegaan.). Het resultaat is fantastisch. Alles ligt onder het stof. En ik had nog maar net de campervan uit elkaar gehaald om alles schoon te maken. Op een parking veeg ik het meeste stof eraf, maar hier is meer tijd en vooral water voor nodig. Zelfs op vakantie zijn er huishoudelijke taken.

s' Avonds blijken beide campings in de omgeving van Hot water Beach ongezellig volzet te zijn. Ik word verwezen naar een parking aan het strand waar ik wild kan kamperen (sorry ma, het was uit noodzaak). Er staan kampeerders die me onmiddellijk uitnodigen om de campervan bij hen te zetten. Het zijn 3 Maori-jongeren die net een hele dag gesurft hebben en er is een NZ vrouw met een zoon van 12 in een ouder wrak dan de mijne. De zoon surft eveneens en kijkt ongelooflijk op naar de oudere surfers.

De gebruikelijke praatjes volgen over België, hoe lang ik in NZ ben, wat ik in NZ gezien heb... Ik ben uiteraard zeer nieuwsgierig naar de Maori-cultuur. Zou dit na mijn georganiseerde toeristische aanraking in Rotorua eindelijk mijn kans zijn? Ik vertel hen dat ik naar een Maori concert en maaltijd ben geweest in Rotorua. Het blijkt dat een van de Maori er werkt (hij beweert zelfs dat hij daar mijn gezicht van kent, maar daar trap ik niet in). De andere Maori is zelfs familie van de knappe eigenaar die op Antonio banderas leek en van de Elvisachtige vader.

De wereld blijkt ook in NZ klein te zijn.

dinsdag 8 januari 2008

Manuoha track

5 - 7 januari 1998

Het is grappig hoe dingen kunnen uitdraaien op een manier die je niet verwacht. 's Morgens sta ik met mijn 2 Zwitserse buren te wachten op het transport naar het begin van de track. Ondertussen maken we een praatje met een NZ die in de omgeving woont. We praten over het aantal tracks in dit Nationaal Park, en hij raadt ons aan om zeker de Manuohatrack te doen. Er zit geen kat op, je komt op het hoogste punt in de omgeving met een fantastisch zicht en de tweede nacht slaap je aan een van de mooiste en helderste meren van geheel NZ. Bovendien ligt in het meer een eilandje dat ook een meertje heeft. Een ander NZ beaamt dat het zeker de moeite waard is, maar dat het voor ervaren trampers is met een goede fysieke conditie. Dit laatste was op zich al motiverend genoeg.

Een half uur later is onze oorspronkelijke track geannuleerd en zijn we op weg naar deze supertrack. Ik met twee Zwitserse berggeiten. Moet het gezegd dat ik heb afgezien? De eerste dag was een stevige klim, waarbij je op een helling tussen de wortels van de bomen je weg naar boven zoekt. Na een half uur heb ik afgehaakt en ben ik op mijn eigen tempo naar boven gegaan. Ik heb het gehaald.

De hut bij het meer op de 2de dag was inderdaad een paradijs. Het was ongelooflijk warm en zodra we er waren, zijn we gaan zwemmen. We wilden het eilandje met het meertje al zwemmend bereiken. We konden een heel eind stappen in het ondiepe water en dan op het kortste punt overzwemmen. De ladder die toegang gaf tot het meertje lag dan om de volgende hoek. Nu bleken er meerdere hoeken aan het eiland te zitten, dus telkens je een bochtje om zwom, was geen ladder te bekennen. Wel een volgende bocht.

Het water van het meer is niet echt warm. Toen ik eindelijk de ladder bereikte, had ik het redelijk koud. Dominik echter kwam rillend en blauw het water uit. Hij was licht onderkoeld en totaal niet in staat om terug te zwemmen. Daar zaten we, op ons eiland en ons meertje. We waren op zijn zachts gezegd zeer dom geweest. Norbi en ik gingen proberen een eind terug te zwemmen, omdat we een vissersbootje hadden gezien. Die heeft ons gelukkig opgepikt. Twee uur later had Dominik het terug warm en konden we er grappen over maken. We waren geleerd. Geen lange afstanden meer in koud water.

De derde dag was op het gemak, langs het meer, met af en toe een stop om een stukje te zwemmen. 3 dagen zijn weg zonder dat ik het gemerkt heb. En 18 januari, mijn vlucht naar Australië, komt afschuwelijk dichterbij.

zaterdag 5 januari 2008

Al 2 maanden...

4 januari 1998

Vandaag ben ik twee maanden onderweg, maar het voelt niet zo aan. Twee maanden, dat is een zesde van mijn vakantiejaar. Hier word ik angstig van. Ik dacht dat het jaar zou duren als een eeuwigheid.

Wegens de weinige actie vandaag, weet ik eigenlijk niet zo goed wat vertellen..

Ik heb de campervan omgekeerd en op orde gelegd en mijn rugzak voorbereid voor de driedaagse trektocht die morgen start. Voor de rest heb ik getikt en getikt en getikt, wanhopig proberend de achterstand inhalend. Nog een aantal dagen en ik ben terug mee met mijn verhaaltjes. Ze zullen niet meer een maand na datum geschreven worden, dit neem ik mezelf als goed voornemen voor 1999 voor.

s'Avonds duiken twee Zwitsers op de kampeerplaats naast de mijne op. Dominik en Norbi zijn voor 6 maanden in NZ (ik vraag al niet meer hoeveel weken). Gedurende 3 maanden hebben ze een taalcursus gevolgd om Engels te leren. Ze starten morgen ook de driedaagse trektocht, maar in de andere richting. We zullen elkaar ergens op dag twee ontmoeten. We spreken af dat we dan een pauze in onze wandeling zullen inlassen.

Het is veel te laat als ik ga slapen. Ach, ook deze trektocht overleef ik wel.

vrijdag 4 januari 2008

Praktisch

3 januari 1998

Vandaag is zo'n dag waarbij er weinig gebeurt en toch de fundamenten gelegd worden voor de actie van de komende dagen. Ik heb een trektocht vastgelegd van 3 dagen en twee nachten en daarvoor inkopen gedaan. Ik heb mijn verjaardagscadeau geregeld (zie 16 januari) en ik ben naar de camping gereden, 150 km ver, die als uitvalsbasis zal dienen voor de trektocht.

Zelfs als je tien weken in een land bent, is plannen zeer belangrijk om toch nog zoveel mogelijk te kunnen doen. Ik zit nu op het Noordeiland en elke dag ontdek ik nog dingen die de moeite waard zijn, maar die ik spijtig genoeg niet meer in mijn tijdschema kan inpassen. Tot en met 17\01 zit mijn programma goed vol, en voorzie ik nog vele kilometers rijden. Wie dacht weer dat vakantie lekker nietsdoen was?

donderdag 3 januari 2008

Art Deco Napier

2 januari 1998

Op 3 februari 1931 heeft een stevige aardbeving en een daaropvolgende brand het centrum van Napier zo goed als platgelegd. Nog geen twee jaar later was de stad bijna volledig heropgebouwd, grotendeels in de typische bouwstijl van die tijd, Art Deco.

Pas eind de jaren zeventig zijn de Napierianen (kies het achtervoegsel naar believen) zich bewust beginnen worden van de verborgen schatten in hun stad. Tot dan waren de gebouwen verwaarloosd, grijs, en werden een groot deel van de motieven verborgen omdat het als ouderwets ervaren werd. Schreeuwerige uithangborden kwamen in de plaats. Langzaam, vooral door toeristen, is het tot hen doorgedrongen dat hun stad zoveel mooier zou kunnen zijn mits de juiste restauratie. En inderdaad. De marketingmachine blijkt hier correct te zijn. Dit is een ongelooflijke stad... Als je boven de winkels kijkt zie je prachtige Art Deco. Sommige winkels hebben de oorspronkelijke etalages en inrichting van toen bewaard en terug in ere hersteld.

En het beperkt zich niet tot een huis. Zowat alle huizen in de centrale straten zijn in die stijl gebouwd. Nieuwbouw wordt onder zachte morele dwang ook in Art Deco nagebouwd, om het geheel een consistente look te geven. s'Avonds is de verlichting aangepast, ook al om het geheel te respecteren.

Ik kan er onvoldoende lang van genieten, van deze stad, want morgen ben ik weer al op weg.
Dag Napier, ik denk met plezier aan je terug.

dinsdag 1 januari 2008

De rijstijl van de kiwi's

1 januari 1998

Hoofd item in het nieuws vandaag (naast een 38-jarige man die met een gebroken arm en been 5 km onder de grond in een grot vastzit en waarvan ze niet zeker zijn of ze hem eruit zullen krijgen): 1998 heeft het laagste aantal verkeersoden sinds 1964. De anti-alcoholcampagnes en de strenge controles beginnen vruchten af te werpen. Let wel, er zijn er nog altijd meer dan 500, dit op een bevolking van 3,5 miljoen. Ik weet niet wat het cijfer in België is, maar het is hoogstwaarschijnlijk lager.

De verkeersdoden zijn hier een echt probleem en de campagnes die gevoerd worden om nuchter te rijden, zijn beenhard. Het thema dood is altijd aanwezig. Een korte bloemlezing.

Zo is er een spotje op tv met vier jonge mannen die zich opmaken voor een verkleedpartij en ondertussen al goed drinken. De chauffeur, symbolisch verkleed als superman, rijdt als een echte macho. Hij crasht op een tunnelwand. Wat je dan te zien krijgt is het wrak van de auto en een bloederig beeld van binnenin; de enige overlevende is de chauffeur die zijn dode vrienden rondom hem ziet.

Op de radio hoorde ik vandaag ook een goeie. Het is een (postmortem) verslag van een verkeersslachtoffer. Het begint met een onschuldige verwonding aan de hand en eindigt met een plastische beschrijving van de gescheurde lever, wat de jonge chauffeur uiteindelijk het leven heeft gekost.

Langs de weg hebben ze aanplakborden met de foto van begrafeniskist, met "sale" erop en de aanmoediging "please hurry". Of "drink, DrIvE". Of "je bent voor een lange tijd dood, waarom ben je dan zo haastig?".

En zo schrijft een toerist een stukje over de campagne, omdat ze vandaag vijf uur heeft gereden om in Napier te geraken, de mooiste Art Deco stad van de wereld. Ik ben benieuwd wat er van deze claim waar is.