11 januari 1999
Ik ben vanmorgen een museum binnengestapt, een feit dat bij mij enkel maar op reis voorkomt. Het museum handelt over de reusachtige Kauribomen en de pioniers die ze geveld hebben. Op nog geen 100 jaar zijn de Kiwi's erin geslaagd om slechts 4% Kauribos over te laten. Om je een idee te geven van de boom. De grootste ooit was 8 meter diameter en was 60 meter hoog, voldoende voor hopen zeer kwalitatief hout. Nu is het ten strengste verboden om een Kauri te vellen. Als toeristische attractie zouden ze nu toch meer opbrengen dan als plankje. Het enige wat nog mag is de Kauribomen uit het moeras opgraven, waar ze soms 10.000 jaar hebben liggen wachten op hun volgende bestemming.
Het museum was interessant, maar overkill. Ik denk dat ze hun volledige collectie hebben uitgestald. Wat me meest geshockeerd heeft, was niet de slachting die ze in het bos hebben aangericht, maar het contract dat gold voor de lerares van de dorpsschool. Ze mocht gedurende de periode van het contract niet trouwen, niet met mannen uitgaan, niet in de ijsshops van toen gezien worden, niet gezien worden in een auto met een man die geen familie is. Ze moest minstens 2 onderrokken dragen en 's avonds thuis zitten, tenzij school anders vereiste. ONGELOOFLIJK. Het woordje "pioneer" was niet bedoeld voor hun houding ten opzichte van vrouwen. Wat je allemaal niet leert in een museum van bomen.
Ik ben 's avonds voor de tweede maal in NZ gaan paardrijden, ik heb de smaak terug te pakken. Het was een 3 uur durende ontspannende rit langs het mooie zandstrand, net voor zonsondergang (het was wel bewolkt). Af en toe werd onze rust verstoord door auto's, een gebruik van vroeger toen er nog geen weg lag.
Nu zit ik hier met pijnlijke benen en knieën te tikken. Ik word te oud om 3 uur op een paard te zitten. Morgen zullen mijn spieren wreed pijn doen.
zaterdag 12 januari 2008
Een educatief dagje
Gepost door Béate Vervaecke op 11:36
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten