5 - 7 januari 1998
Het is grappig hoe dingen kunnen uitdraaien op een manier die je niet verwacht. 's Morgens sta ik met mijn 2 Zwitserse buren te wachten op het transport naar het begin van de track. Ondertussen maken we een praatje met een NZ die in de omgeving woont. We praten over het aantal tracks in dit Nationaal Park, en hij raadt ons aan om zeker de Manuohatrack te doen. Er zit geen kat op, je komt op het hoogste punt in de omgeving met een fantastisch zicht en de tweede nacht slaap je aan een van de mooiste en helderste meren van geheel NZ. Bovendien ligt in het meer een eilandje dat ook een meertje heeft. Een ander NZ beaamt dat het zeker de moeite waard is, maar dat het voor ervaren trampers is met een goede fysieke conditie. Dit laatste was op zich al motiverend genoeg.
Een half uur later is onze oorspronkelijke track geannuleerd en zijn we op weg naar deze supertrack. Ik met twee Zwitserse berggeiten. Moet het gezegd dat ik heb afgezien? De eerste dag was een stevige klim, waarbij je op een helling tussen de wortels van de bomen je weg naar boven zoekt. Na een half uur heb ik afgehaakt en ben ik op mijn eigen tempo naar boven gegaan. Ik heb het gehaald.
De hut bij het meer op de 2de dag was inderdaad een paradijs. Het was ongelooflijk warm en zodra we er waren, zijn we gaan zwemmen. We wilden het eilandje met het meertje al zwemmend bereiken. We konden een heel eind stappen in het ondiepe water en dan op het kortste punt overzwemmen. De ladder die toegang gaf tot het meertje lag dan om de volgende hoek. Nu bleken er meerdere hoeken aan het eiland te zitten, dus telkens je een bochtje om zwom, was geen ladder te bekennen. Wel een volgende bocht.
Het water van het meer is niet echt warm. Toen ik eindelijk de ladder bereikte, had ik het redelijk koud. Dominik echter kwam rillend en blauw het water uit. Hij was licht onderkoeld en totaal niet in staat om terug te zwemmen. Daar zaten we, op ons eiland en ons meertje. We waren op zijn zachts gezegd zeer dom geweest. Norbi en ik gingen proberen een eind terug te zwemmen, omdat we een vissersbootje hadden gezien. Die heeft ons gelukkig opgepikt. Twee uur later had Dominik het terug warm en konden we er grappen over maken. We waren geleerd. Geen lange afstanden meer in koud water.
De derde dag was op het gemak, langs het meer, met af en toe een stop om een stukje te zwemmen. 3 dagen zijn weg zonder dat ik het gemerkt heb. En 18 januari, mijn vlucht naar Australië, komt afschuwelijk dichterbij.
dinsdag 8 januari 2008
Manuoha track
Gepost door Béate Vervaecke op 16:54
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten