10 september 1999
We zijn vannacht halsoverkop moeten schuilen. Eén is in een tent tussen twee vrouwen gevlucht, de profiteur. We zijn met 5 onder de truck gekropen, veel te laag, vol met modder en niet echt comfortabel, maar wel droog. Je had ons moeten zien.
's Morgens miezert het nog altijd. We besluiten om vanavond niet te kamperen (moedig), maar te schuilen in de hostel in Xaihe, waar we dan twee volle dagen kunnen doorbrengen.
De hostel wordt uitgebaat door Tibetanen en zou een Tibetaanse inrichting hebben. Ik zie alleen kitsch. Onze kamer heeft een wand met gefumeerde spiegels en goudkleurige afwerking.
Rondom rond zijn er grote foto's van Mount Fuji (snik), een park ergens in Nederland en andere Westers uitziende landschappen.
Ik zie weinig Tibetaans, tenzij misschien als ik ruik. In de gang hangt de weeë geur van Yakmelk en Yakboter, en het doet mijn maag draaien. Het toilet op onze verdieping (een spleet in de grond dat uitziet op een verdieping lager) voegt er zijn geur aan toe. Chinese toiletten kunnen je neus laten rotten in 5 minuten en volgens sommigen zijn Tibetaanse nog efficiënter. Ik begin het te geloven.
Xaihe is de place to go indien je een vleugje Tibet wil opsnuiven zonder in Tibet te zijn en het toont. Sinds Peking heb ik niet meer zoveel Westerlingen gezien, het Engels van de bevolking blijkt verdacht goed en in de omgeving van het Tibetaans klooster zijn er veel shops voor de noden van de toerist.
Ik heb ook voor de eerste maal in 14 dagen een serieuze fysieke inspanning geleverd. Ik ben de volledige hoofdstraat afgewandeld (er zijn geen parallelle straten want het ligt in een vallei) en het is een minder Chinese stad dan ik tot nu toe gezien heb.
De witte tegeltjes en blinkerige afwerking zijn slechts op enkele gebouwen aangebracht. Voor het overige zijn de lage slecht onderhouden huizen van een aardkleurige tint.
Ik kom zowat iedereen van de groep tegen en het blijkt dat velen bezweken zijn voor lokale kledij. Sommige denken dat ze echt schaap hebben gekocht, maar ik heb die illusie vakkundig de wereld uitgeholpen. Ik wil niet mee doen aan die trend, maar val voor hedendaagse Tibetaanse mode: namaak bont van ontelbare motieven. Ik ben dus nu in het bezit van een jachtluipaardmotieven sjaal en lijk af en toe op Mobutu. Voor de groep is het weer één van mijn zoveel gekke fantasieën. Wat zullen ze schrikken ik ooit eens serieus ben.
woensdag 10 september 2008
Regen
Gepost door Béate Vervaecke op 08:54
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten