vrijdag 7 maart 2008

Port Arthur


7 maart 1999

Australië was in den beginne (200 jaar terug volgens de Australische tijdrekening) een oord waar Britse misdadigers naar toegestuurd werden. Tasmanië was in diezelfde tijd de plaats voor de recidivisten van het Britse gevangenissysteem. Stoute gevangenen werden getrakteerd op een enkeltje Port Arthur, waar hen zware werkdagen stonden te wachten met het vellen en verwerken van mooie, rechte bomen.

Het leed van de gevangenen was zo verschrikkelijk dat de geesten van de vele gesneuvelden geen rust vinden en de toeristen blijven lastig vallen. Vanavond, op de Ghosttour, zal ik er alles over weten.
Maar nu is het klaarlichte dag, geen spook te bekennen. Ik wandel tussen de ruines van Port Arthur. Na de sluiting van het kamp in 1877 werden alle houten werkplaatsen in sneltempo afgebroken, de stenen gebouwen werden tot op het metselwerk gestript en de woonhuizen van Port Arthur werden verkocht aan lokalen. 2 bosbranden en de tands des tijds deden de rest. Pas 100 jaar later beseft de overheid het belang van Port Arthur en wordt wat overblijft beschermd.

Port Arthur laat sporen op de bezoeker na. Ik probeer me het leven van de gevangenen (sommige zaten daar voor het stelen van eten omdat ze honger hadden, zo crimineel waren ze niet), van de vrouwen en kinderen van de bewakers, van de bewakers, ... in te beelden. Ik ben zwaar onder de indruk.

's Avonds ben ik super onder de indruk. In het donker, met slechts 3 lantaarns, gaan we van plaats tot plaats terwijl de gids de verhalen van mysterieuze verschijningen, geluiden en zelfs pogingen tot wurging vertelt. Ik ril over mijn ganse lijf (zelfs nu terwijl ik dit schrijf). Ergens hoop ik dat er ook op deze toer iets mysterieus gebeurt, alhoewel ik vrees dat ik zoiets nooit kan verwerken. Het blijft echter rustig.

Als slaapmutsje vertelt de gids dat er ook een verschijning geweest is in de jeugdherberg. Ik ga bijna door het dak.
Ik slaap alleen die nacht en het heeft een tijdje geduurd voor ik kon slapen. Ik heb de nacht echter zonder incidenten overleefd (denk ik).

Geen opmerkingen: