dinsdag 11 december 2007

Derde generale repetitie: de Kepler Track

8 tot 11 december 1998

In de voorbereiding voor de moeder van alle Tracks, de Milford, besluiten we ons te wagen op de Kepler. Deze trektocht wordt als moeilijker omschreven dan de Milford, omdat er een stevige klim in verwerkt is. Bovendien loop je lang op de richel van de berg, waar je blootgesteld kan zijn aan hevige wind en regen. Dezelfde dag is er een stevige afdaling, wat niet mag onderschat worden omwille van de belasting op de gewrichten. Ons besluit staat vast. Als we deze overleven, dan kunnen we de Milford aan.

En hop, daar gaan we weer. Wegens budgettaire redenen weigeren we de shuttle tot aan de ingang, drie kwartier stappen verderop. We zullen de volledige trek te voet afleggen, in totaal meer dan 80 km.

Dag één geeft ons weinig problemen. De klim is steil, maar onze training begint vruchten af te werpen. Bovendien geeft Iggy het tempo aan, zodat we niet volledig uitgeput boven aankomen. Als ik voorop loop heb ik de neiging om te hollen, zoals een paard dat zijn stal ruikt. Meestal ben ik na een halfuur ten einde omdat de klim niet ophoudt en ik nergens kan recupereren.

Vlugger dan verwacht zijn we in de hut, die we maar delen met 15 anderen. De hut is in wolken gehuld en er beukt een stevige wind tegen. Soms voel je de hut schudden. Ik hoop dat dit morgen over is.

Dag twee blijkt de wind nog altijd te beuken, en werd er bovendien regen bijgevoegd. De hutverantwoordelijke geeft echter toestemming om te vertrekken, zij vindt het blijkbaar niet ernstig. Ze raadt aan naar de hut terug te keren als de wind je wegblaast. Slik. Wat zal dat worden? De anderen vertrekken één voor één, geen spier op hun gezicht verraadt wat ze denken. Wij zijn naar goede gewoonte weer laat. Kort na ons vertrek beseffen we al dat dit een gevecht zal worden met onszelf. Wind waar je tegen in kan leunen, hagel en regen die in ons gezicht slaan. We krijgen het allemaal. Een koppel keert terug omdat de vrouw zich niet staande kan houden. Wij blijven doorgaan.

Na twee uur zwoegen komen we aan in de eerste schuilhut. Op dat moment valt de regen horizontaal en huilt de wind om de hut. Ik bega hier twee fouten. Ik doe geen droge kleren aan tijdens deze rustpauze en ik eet te weinig. Op weg naar de tweede hut (2 uur verder volgens het bordje) vloeit mijn energie weg. Waarom doe ik dit? Ik wil terug. Ik kan nooit twee uur in dit weer stappen. Iggy merkt het en neemt de leiding, zodat ik niet kan treuzelen. Al na amper één uur is de volgende hut er. Wat een opluchting. Droge kleren en ongelooflijk veel eten geven me de energie voor de rest van het gevecht. Dit is een wijze les voor de volgende keer: neem nooit pauze in je bezwete kleren en vreet.
Tijdens de afdaling komt de zon terug zodat we tijd krijgen om te drogen.

De derde en vierde dag zijn brave wandelingen door het bos, wat me op dag vier begint te vervelen. Zie ik dan toch liever af?

Geen opmerkingen: