woensdag 29 oktober 2008

The End

29 oktober 1999

15 uur vliegen. Keuze uit 6 recente films, 10 muziekkanalen en 5 spelletjes van Nintendo. Voedsel van de hoogste kwaliteit. Ik zal me niet vervelen tijdens deze vlucht. En als ik te moe ben, kan ik me altijd uitstrekken op de twee zetels naast mij. Luxe dus.

Ik probeer tussen de films, het eten, de Nintendo en het slapen door ook mijn gevoelens te peilen, maar die blijven vlak. Ik ga naar huis, en dan? Een jaar reizen voorbij, en dan? Ik probeer me blij, triest, opgewonden, ... te voelen. het helpt niet, de gevoelens blijven vlak.

In Zaventem wacht me een verrassing, ex-collega's hebben een delegatiebadge kunnen bemachtigen en staan me op te wachten aan de Gate. Eén van hen zal me zelfs naar huis brengen, het is een warme ontvangst die me onmiddellijk terug aansluiting geeft bij het leven dat ik verlaten heb. Ben ik wel een jaar weggeweest?

Ondanks het afblazen van de fanfare, staat één vriendin me op te wachten, ook dit is een blij weerzien, met een onmiddellijke update over de vriendenkring. Het brengt me opnieuw dichter bij het leven van een jaar terug, maar ... ben ik wel een jaar weggeweest?

En dan thuis, opluchting op het gezicht van mijn ouders en mijn grootmoeder, "Ze is in één stuk thuis geraakt". De kat blijkt me nog te herkennen en snuift als een gek aan mijn bagage. De thuiskomst voelt aan alsof ik maar drie weken weggeweest ben, maar ondertussen begin ook ik te twijfelen aan de duur van mijn reis, was het echt een jaar?

Alle plannen om eerst te doen -een Hoegaerden drinken, stoofvlees eten, een bad nemen, ...- maken plaats voor een praktische taak: om een of andere bizarre reden wil ik me onmiddellijk door alle papieren van het afgelopen jaar worstelen en de stapel maakt het me duidelijk: het was een jaar.

Ik voel me als een opgefokte kip die doelloos rondrent. Ik loop de papieren verschillende malen door, klasseer ze, gooi er weg, vis weggegooide terug op, kortom, totaal gebrek aan efficiëntie.

Ik zou beter iets anders doen, maar ik heb geen zin om de telefoonronde te starten, ik voel me nog niet klaar om mijn vrienden te bellen.

Ook tv-kijken spreekt me niet aan, een oppervlakkig zappen onthult dat dezelfde shit het scherm blijft vervuilen.

Ik ben ongelooflijk rusteloos, ik weet niet wat er met me aan de hand is, maar ik wil me onmiddellijk zo nuttig mogelijk voelen. Het lijkt me een anti-climax voor "The end".

Het is te vroeg om het jaar te evalueren, ik zal dat pas kunnen binnen enkele weken, misschien maanden, maar tegen dan is niemand meer geïnteresseerd in deze verhalen, dus toch een poging.

Ik weet nu al dat ik de vele contacten met andere reizigers zal missen, het samen reizen, de gesprekken 's avonds, de toevallige gesprekken onderweg. Ik heb fantastische mensen ontmoet en met sommigen zal ik proberen in contact te blijven.

De prachtige natuur zal me ook heimwee geven. Elk land had landschappen die de onze overtroffen.

Ook al gaven de verschillen in cultuur me soms de kriebels omdat het de basis is van vele misverstanden, een tijdje ondergedompeld worden in een andere cultuur toont je de relativiteit aan van je eigen normen, ik zal het missen.

Ik zal ook de vrijheid missen, alhoewel vrijheid in mijn geval relatief is, want ik ben bijna gedurende de volledige reis slaaf gebleven van de toeristische checklist, zodat zelfs op dagen waarop ik echt niet geïnteresseerd was in bezienswaardigheden, ik toch onderweg was. Maar niettemin, ik was toch min of meer mijn eigen baas, dus dat zal ik ook missen.

Missen van het gebrek aan materiele dingen kan gek klinken, maar gedurende dit jaar zaten al mijn bezittingen in mijn rugzak en ik was er perfect gelukkig mee. Terug thuis sta ik plots voor een overvolle kleerkast waaruit ik met moeite een keuze kan maken (voor zover ik nog in die kleren pas) en het geeft me geen fantastisch gevoel.

Beste vrienden, ik ben geen Big Spender geworden en van veel aankopen zie ik het nut niet meer in.

Dit zijn zowat de eerste dingen waar ik op kan komen.

Deze verhaaltjes lopen op zijn einde. Ik heb ondertussen een afgedrukte versie gezien en het is een stapel papier, ik kan moeilijk geloven dat ik dit allemaal bijeen geschreven heb. Het zou nooit gelukt zijn zonder het gratis abonnement van Worldonline, zonder de steun van mijn ouders, zonder de opgeofferde tijd van Wim om de website tijdens mijn reis up te daten en zonder de vele positieve e-mails op mijn avonturen die me hebben doen volhouden tot en met deze tekst. Dank aan allemaal.

En daarmee is deze zin werkelijk "The End".

dinsdag 28 oktober 2008

shop 'till ye drop

28 oktober 1999

Singapore, een zakdoek groot, 3 miljoen mensen erop en het ene winkelcentrum tegen het andere geperst en ik praat niet over kleintjes. Heel Azië komt hier inkopen doen, in dit oh zo onaziatish oord.

De gebouwen die de wolkenkrabberrace hebben overleefd zijn in een koloniaal Engelse stijl, allemaal gerenoveerd. De straten zijn afgezoomd met exotische bomen. Ik ben niet heel Singapore rondgeweest, maar een bewoner verzekert me dat het overal even netjes is.

Ik word high in een shoppingtempel die alleen maar computerwinkels bevat. Wat ben ik jaloers op het selecte wereldje van personen voor wie computertermen een betekenis hebben en die iets zien in die apparaten met teveel snoeren en knoppen.

Ik wil niet aan de zijlijn blijven staan en koop me een boek dat me zal helpen bij het ontwerpen van websites. Wacht me een nieuwe carrière?

Alhoewel ik geen geld te spenderen heb, hop ik het volgende winkelcentrum binnen, kwestie van te weten wat de mode is, want ik ben hopeloos achter en eerlijk gezegd niet echt geïnteresseerd. Ik zal mijn vrijetijdsbroek, T-shirts en wandelschoenen missen.

Om 6 uur hoor ik de lokroep van Singapore Airlines, veel te vroeg, maar ik wil zonder stress op mijn vliegtuig geraken. Ik vind het bovendien niet erg om in die luchthaven rond te hangen, er heerst een ontspannende sfeer.

Ik eet voor de laatste maal die fantastische Whopper van Burgerking (smeekbede: open een vestiging in België a.u.b.) en wacht daarna braafjes de vlucht af.

Mijn gevoelens zijn vlak. Ik voel me niet droevig en ook niet blij. Het sijpelt precies nog niet door dat het reizen over is en dat het "echte" leven me wacht. Verdring ik mijn emoties of laat het me echt onverschillig? Ik kan dit laatste moeilijk geloven, het zal morgen wel tot me door dringen.

maandag 27 oktober 2008

En we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet

27 oktober 1999

Inderdaad, mijn laatste dag blijkt mijn voorlaatste te zijn, ik had de datum voor de vlucht Singapore-Brussel verkeerd geïnterpreteerd.

In Singapore aangekomen blaas ik eerst en vooral de fanfare af, ik hoop dat iedereen de e-mail op tijd heeft ontvangen. Daarna probeer ik op een andere vlucht te geraken, maar het kost me iets te veel geld. Er zit niets anders op dan een dagje in Singapore te blijven, het lokt me niet echt aan. Maarrrrrr...

De ontvangst verloopt echter geweldig. Voor de prijs van een shuttlebus, krijg ik een taxi. De chauffeurs ronselen drie passagiers die in hetzelfde district moeten zijn en verdienen zo meer. Wij worden voor een goedkopere taxiprijs aan de deur afgezet. Een win-win situatie in de confrontatie Aziaat-Westerling. Dat ik dit nog kan beleven.

Op weg naar mijn hostel vallen mijn ogen zowat uit mijn hoofd. Moderne gebouwen, auto's, straten, alles proper, efficiënt verkeer, geen getoeter. Ik ben in het paradijs!!!! En het houdt niet op. In de backpackers maak ik kennis met Rebecca, reizigster, en Simon, de manager. Hij biedt me onmiddellijk, gratis en voor niks, een blik bier aan. Wat een ontvangst.

Rebecca is ongelooflijk interessant. Ze is begin de veertig en heeft net haar 6de zaak opgestart. Ze heeft een stuk strand gekocht op een duikersparadijs ergens in Indonesië en wil er een aantal bungalows uitbaten (ik heb weer eens een nieuwe reisbestemming ontdekt).

Daarvoor had ze een import-exportzaak in Hong-Kong, een veiling in Zuid-Afrika, een immobilien/renovatiebedrijf en twee reisbureaus in Engeland. Alles altijd met winst verkocht. Een fantastisch mens. Met haar en Simon is Singapore al stukken interessanter. Ik vind het plots al erg dat ik het morgen al weer moet verlaten. En we willen nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet.

zondag 26 oktober 2008

Grrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr...

26 oktober 1999

Laatste dag Kathmandu en laatste dag van mijn reis. Shoppingdag dus.

Ik wil mijn laatste roepies, en het zijn er niet zoveel, spenderen. Dat betekent afdingen, afdingen, afdingen en dan toch nog veel te duur kopen. Alhoewel het telkens om kleine bedragen gaat, bezorgt het me een onaangenaam gevoel.

Ik ben loslopend wit en dat maakt dat er geen quota's zijn op de hoeveelheid roepies die ik teveel betaal.

Hoe meer hoe beter, is het Nepalees en ook Aziatisch spreekwoord. Dit is een van de redenen waarom ik totaal niet geschikt ben om in Azië rond te reizen.

Ik kan vandaag ook mijn ring gaan ophalen waar mijn Australische parel in zal schitteren. Ik heb een juwelier drie weken geleden verteld welk ontwerp ik wou en ben uiterst nieuwsgierig naar het resultaat.

's Middags mag ik het aanschouwen en ik ben aangenaam verrast. Ik betaal de afgesproken prijs en de gebruikte hoeveelheid zilver, in volle vertrouwen, en loop al pronkend terug naar het hotel.

Moe- en vooral armgewinkeld rest er mij niets meer dan een boek. Ik heb geen zin meer in Kathmandu. Mijn hoofd staat al te veel op thuis.

Ik weet niet wat de frank heeft doen vallen, maar plots leek de parel niet op diegene die ik in Australië gekocht had. Eerst twijfelde ik nog -ben ik paranoia en zie ik overal oplichters- maar het gevoel was te sterk.

Ik ben dus teruggegaan naar de juwelier en oh zo sorry, maar hij heeft er een verkeerde (valse) parel ingezet, het Dasainfestival, weetjewel. Er viel een tweede frank in mijn hersenen m.b.t. de gebruikte hoeveelheid zilver. Oeps, foutje, hij heeft het dubbele aangerekend. En de echtheid? Ik heb het bij een hopelijk niet medeplichtige juwelier laten nagaan en het is 100% zilver. Oef, toch nog iets correct.

Ik had hier vandaag iets willen schrijven over mijn laatste dag en hoe ik ijverig aan het pakken ben, overbodige dingen aan goede doelen schenk en volop denk aan mijn eerste dagen terug thuis. De gretige juwelier heeft er echter anders over beslist.

zaterdag 25 oktober 2008

Kathmandu

25 oktober 1999

200 km en 7 uur rijden van Pokhara ligt Kathmandu, mijn mening daarover is ergens aan het begin van deze maand te vinden. Ik kom er om 2 uur in de namiddag aan, tijd voor een goede Belgische Friet, te koop in een Antwerpse frituur aan de rand van Thamel. Ik sleep er Dhruba mee naar toe om hem te laten kennismaken met ons equivalent van de Dahl Baat.

Zoals het met frietjes bij ons is, zo is het ook hier. Het watertanden is altijd stukken lekkerder dan de eigenlijke friet. Dhruba beweert dat hij ze beter vindt dan gewone French Fries, Fingerchips, Chips of wat hun foutieve benaming ook moge wezen (we moeten trouwens dringend eens nadenken over die benaming, de Nederlanders hebben het door, zij spreken van Vlaamse Frietjes).

Het zijn mijn laatste minuutjes met Dhruba en ik moet eerlijk zijn, hij was de laatste dagen stukken beter dan in het begin, maar mijn slechtste ik verdenk hem van fooigerelateerd gedrag. En ik heb hem niet teleurgesteld: mijn valse Northface sweater en regenjas -onmiddellijk gretig weggemoffeld- en een klein bedrag in geld.

Als toemaatje heb ik hem ook een papiertje toegestopt met "tips om een betere gids te worden". Ik zal spijtig genoeg nooit weten of hij de goedbedoelde raad heeft opgevolgd.

vrijdag 24 oktober 2008

Begin beschaving


24 oktober 2008

80 km en 6 uur verwijderd van Beni ligt Pokhara, exotisch en idyllisch aan een meer. Omwille daarvan trekt het evenveel toeristen als muggen aan, teveel dus. Pokhara moet ooit eens mooi geweest zijn, voordat de vele hotels, restaurants en shops het hebben overgenomen. En gelukkig zijn de straten breed zodat de hoge concentratie witten niet al te veel opvalt.

Niettemin kan je er geen 20 meter wandelen of je wordt aangesproken "Please Look", "Good Price For You", uiteraard gekruid met een dik accent. Ik look niet want er is geen good price voor mij.

Als lokalen spontaan beginnen te praten moet je oppassen, want ze willen iets verkopen. Ze zijn niet geïnteresseerd in jou als mens, maar in jou als bewaarplaats voor Roepies die dringend een nieuwe bestemming, henzelf, zoeken.

Een vrouw die me vraagt waar ik vandaan kom, ratelt al na 2 minuten haar verhaaltje af van "gevlucht in '59 uit Tibet" en nu maakt ze Tibetaanse juwelen om haar hoofd boven water te kunnen houden. Uiteraard vergeet ze te vermelden dat haar juwelen "made in India" zijn en veels te duur verkocht worden. Exit dus.

Een man pakt het iets subtieler aan. Pas na een interessant en leerrijk kwartier laat hij doorschijnen dat hij astroloog is. Op geen enkel moment biedt hij me zijn glazenbollenkijkerij aan, maar hij heeft dit wel op zijn agenda. Volgende keer beter!!

Je ziet, Pokhara is fantastisch.

donderdag 23 oktober 2008

The Flemish Connection

23 oktober 1999

De anti-verveling was me gisteren dan toch nog gunstig gezind. Om 5 uur kwamen drie Vlaamse meiden binnengewaaid, Chris, An en Sofie, waarmee ik de hele avond heb gepraat.

Zij hebben verteld over België en over job-opportuniteiten, ik over mijn afgelopen jaar, want Chris en An willen minstens negen maanden rondreizen. Ik heb de twee wereldreizigers beloofd om af en toe te e-mailen, het is altijd leuk om te weten dat het thuisfront je niet vergeten is.

The Flemish Connection kent zijn vervolg in Beni, eindbestemming van deze trip. De eigenares van het hotel vraagt beleefd waar ik vandaan kom.
"België".
"Welk deel?" wil ze weten.
Deze vraag verrast me, want veel Nepalezen hebben moeite met het begrip "Belgium", laat staan dat ze weten waar het ligt en welke steden ertoe behoren. Ik maak me ervan af met te zeggen dat ik dichtbij de kust geboren ben. Blijkt dat ze in Oostende en Brugge is geweest en dat haar zus met een Bruggeling is getrouwd. The Flemish Connection again.

En ja, ondertussen ook op de eindbestemming van de trip aangekomen, vanaf nu concurreren de ezels en dragers met de vrachtwagens, want er loopt een weg tot in dit dorp. Ook al was ik het wandelen een beetje beu, ik ben treurig om het autoloze gebied te verlaten. En vanaf morgen is Koning Auto er terug in volle glorie. Snik.

woensdag 22 oktober 2008

Verveling

22 oktober 1999
Na weer eens een korte wandeling, stoppen we in Baisari, in een iets gesofistikeerder hotel dan gisteren, dat dan wel gerund wordt door een twaalfjarige. De ouders zijn ergens op het veld.

Net na de middag is mijn boek uit en kan ik beginnen denken over "wat nu". De buffel recht tegenover het hotel zorgt voor enig vertier, net zoals de ezelchaos in de straat. Het lijkt vandaag "nationale ezelcaravaandag" en geregeld is de straat één ezelchaos van elkaar kruisende ezels die ezeldom hun weg vervolgen.

Indien ik een ezel was had ik al lang mijn begeleider van een klif gestampt -miljoenen opportuniteiten op deze route- of stiekem aangesloten bij een andere caravaan. Ik ben spijtig genoeg een toerist.

Tussen de voorstellingen in lees ik over de andere trekkingroutes in Nepal, kwestie van te kunnen dromen voor de volgende maal. Ik weet nu al dat ik nog eens zo trektocht wil maken, alleen de waar is een vraagteken. Mogelijkheden genoeg in dit land, dus een beetje lezen is een eerste voorbereiding.

Na dit is alleen nog verhaaltjes tikken een tijddoder. Ik tik tot en met vandaag -hoera- en hoop dat een aantrekkelijke eenzame trekker dit hotel als overnachtingplaats kiest. Ik zal ze binnenroepen vanaf nu, dan kan ik nog commissie opstrijken ook. Wens me succes!

dinsdag 21 oktober 2008

Tiplyang

21 oktober 2008

Tussen Tatopani en Beni, de eindbestemming, liggen amper 8 uren wandelen, te spreiden over 3 dagen. dit maakt dat we vandaag, na 2 en een half uur wandelen er al de brui aan geven, in Tiplyang, een dorpje dat voornamelijk lokale trekkers bedient.

Eten en overnachting zijn dus zeer basis, maar dat wordt meer dan goed gemaakt door de sfeer. Het is schoolvakantie en alle kinderen hebben iets te zoeken in het "hotel" waar ik verblijf.
Het blijkt dat ze hier in het bezit zijn van een videorecorder en dienen als de lokale babysit.

Zo hebben de meer dan 8-jarigen ook eens een rustige namiddag, want het is ongelooflijk hoeveel kinderen je hier met babies en kleuters ziet sleuren. Als pa en ma werken ligt de verantwoordelijkheid bij hen, de grootouders zijn of nog te fit en dus nuttig ergens anders of overleden.

2 uur later komen alle kinderen in combatmode het hotel uitgestormd. Het hoeft niet veel verbeelding om te weten welke film ze hebben gezien. Gedurende een uur worden de beste scenes life herhaald, waarbij geschreeuw, heldhaftige houdingen en kickboxen de norm zijn. Als het zo doorgaat eindigt het in tranen.

Ik sla dit alles gade vanuit een nieuw boek, ik heb het al gezegd, eens ik iets lees, ben ik niet te stoppen.

Ondertussen verveelt Dhruba zich te pletter, hij heeft alleen een studieboek die zijn interesse niet kan wekken en zijn vrienden-gidsen stoppen niet in een dorp als dit, waar je de buren in elkaars hoofd ziet jagen op luizen. Op slag begint mijn hoofd ook te jeuken. Ik hoop dat ze kort haar haten en kiezen voor het lange, aantrekkelijke haar van de lokale vrouwen.
Indien niet, dan heb ik al iets te doen als ik terug thuis ben.

maandag 20 oktober 2008

Eindelijk rustdag!

20 oktober 2008

Eindelijk, eindelijk, eindelijk. Een dag zonder wandelen, wat een luxe. We zijn ondertussen in Tatopani gesukkeld, vol met relatief goede hotels en wat meer, zeer goede restaurants. Ik kan mijn buik(je) dus blijven voleten, zelfs met exotische lekkernijen zoals een hamburger en lasagne.

Oh ja, ik geef toe, het Nepalees nationaal gerecht Dahl Baat, rijst met een pikante saus en veel te weinig linzen heeft na tweemaal al zijn charme verloren. Terwijl de gidsen en dragers het elke dag verslinden alsof het een nieuw en lekker gerecht is, geef ik me over aan lokale versies van spaghetti, lasagne, loempia's, aardappelen en rijst. Het heeft me al tot hier in Tatopani gebracht.

Wat ik niet doe in Tatopani is in één van de warmwaterbronnen gaan zitten. Terwijl iedereen zich overgeeft aan deze luxe, ben ik volop kopje onder in twee boeken. Als ik lees ben ik niet te stoppen.

Beide boeken belichten eenzelfde ongeluk op de Mount Everest, waarbij op één dag 8 mensen zijn omgekomen. Het lezen over de Everest doet me watertanden. Als ik ooit eens 2.5 miljoen BEF teveel heb, schrijf ik me ook in voor een beklimming. Het is een ALS in hoofdletters.

Een van de meest bizarre ongelukken op de Everest betreft een Belg. Ergens begin de jaren '80 is een lid van een Belgische expeditie van de berg afgevallen, recht in Tibet. Zijn teamgenoten hadden hem als "vermist en vermoedelijk dood" opgegeven. Dat heeft de schijnbaar overledene niet verhinderd om met een bus uit Tibet weg te geraken en naar Kathmandu te gaan, alwaar een happy end wachtte.

Dat kunnen 150 andere klimmers spijtig genoeg niet zeggen. Velen hebben Everest nooit verlaten en liggen, hangen, ...ergens op een klimroute als macabere waarschuwing voor zij die de poging ondernemen. Misschien zou ik mijn 2.5 miljoen beter besteden aan een cruise.

Alhoewel, bevroren water kan ook daar een serieuze spelbreker zijn.