16 oktober 1999
Muktinath is een belangrijk pelgrimsoord, zowel voor Hindu's als voor Buddhisten. Het feit dat er in één tempel een combinatie van water en eeuwigbrandend vuur te vinden is, zal daar wel niet vreemd aan zijn. Volgens de lokalen is er geen uitleg voor het eeuwigbrandend vuur en ik wil hen niet uit hun dromen wekken, het zal wel branden dankzij de tussenkomst van één van de triljoenen Hindugoden, niet dankzij geothermische activiteit.
Onderweg naar de volgende stopplaats, Kagbeni, kruisen we voortdurend pelgrims. Terwijl wij lekker afdalen, ook lastig, moeten zij een stuk klimmen. Wat heb ik er medelijden mee, vooral met de oudjes, die hun laatste adem lijken te gebruiken voor deze pelgrimstocht. Zij geven een speciale sfeer aan deze dag, het is stukken authentieker dan andere toeristen.
In het hotel in Kagbeni kan ik mijn ogen niet geloven: een Westers toilet en tegeltjes in de warme douche. Deze kant van de pas is beter ontwikkeld op toeristisch vlak. Misschien ligt daar de verklaring voor de groepen Japanners die ik vandaag tegengekomen ben. Langs de andere kant geen enkele en hier minstens dertig. Hotels die op hotels beginnen te lijken zullen daar wel de reden voor zijn.
donderdag 16 oktober 2008
Pelgrims
Gepost door Béate Vervaecke op 09:59
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten