7 oktober 1999
Mijn gids ontdooit maar langzaam, hij is niet van het spraakzame type. Ik moet elk woord uit hem sleuren en dat is redelijk frustrerend, vooral als je zoals ik vele vragen over de cultuur en de natuur hebt.
De antwoorden op deze laatste zijn trouwens zeer beperkt. Zijn kennis van de dieren en planten is ongelooflijk simpel. Fladderende dingen zijn vlinders en iets met 8 poten is een spin, gesofisticeerdere antwoorden zijn niet voorradig. Ondanks mijn frustraties blijf ik doorvragen, ik ben hier om te leren.
Ondertussen heb ik mijn strategie van het rugzakdragen aangepast. Ik heb de indruk dat zijn eer een knauw gekregen heeft met mijn rugzak op zijn rug, dus speel ik de supervermoeide. Elke helling doe ik supertraag en hijgen wordt sterk overdreven. In die zin is het dragen van mijn rugzak voor hem een onderdeel van zijn taak als gids: hij helpt zijn klant als deze het te lastig heeft.
Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik op sommige hellingen met mijn rugzak op zou afhaken, ze zijn knap lastig. Mijn fitheid is ver te zoeken.
Ander hoogtepunt van de dag: nog eens 7 Belgen ontmoet. 2 Brusselaars, 2 West-Vlamingen die me zowaar nieuwtjes uit Izegem vertellen en drie Wetterenaars. Als het zo doorgaat starten we een Belgisch café.
dinsdag 7 oktober 2008
Dhruba
Gepost door Béate Vervaecke op 09:36
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten