27 oktober 1999
Inderdaad, mijn laatste dag blijkt mijn voorlaatste te zijn, ik had de datum voor de vlucht Singapore-Brussel verkeerd geïnterpreteerd.
In Singapore aangekomen blaas ik eerst en vooral de fanfare af, ik hoop dat iedereen de e-mail op tijd heeft ontvangen. Daarna probeer ik op een andere vlucht te geraken, maar het kost me iets te veel geld. Er zit niets anders op dan een dagje in Singapore te blijven, het lokt me niet echt aan. Maarrrrrr...
De ontvangst verloopt echter geweldig. Voor de prijs van een shuttlebus, krijg ik een taxi. De chauffeurs ronselen drie passagiers die in hetzelfde district moeten zijn en verdienen zo meer. Wij worden voor een goedkopere taxiprijs aan de deur afgezet. Een win-win situatie in de confrontatie Aziaat-Westerling. Dat ik dit nog kan beleven.
Op weg naar mijn hostel vallen mijn ogen zowat uit mijn hoofd. Moderne gebouwen, auto's, straten, alles proper, efficiënt verkeer, geen getoeter. Ik ben in het paradijs!!!! En het houdt niet op. In de backpackers maak ik kennis met Rebecca, reizigster, en Simon, de manager. Hij biedt me onmiddellijk, gratis en voor niks, een blik bier aan. Wat een ontvangst.
Rebecca is ongelooflijk interessant. Ze is begin de veertig en heeft net haar 6de zaak opgestart. Ze heeft een stuk strand gekocht op een duikersparadijs ergens in Indonesië en wil er een aantal bungalows uitbaten (ik heb weer eens een nieuwe reisbestemming ontdekt).
Daarvoor had ze een import-exportzaak in Hong-Kong, een veiling in Zuid-Afrika, een immobilien/renovatiebedrijf en twee reisbureaus in Engeland. Alles altijd met winst verkocht. Een fantastisch mens. Met haar en Simon is Singapore al stukken interessanter. Ik vind het plots al erg dat ik het morgen al weer moet verlaten. En we willen nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet.
maandag 27 oktober 2008
En we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet
Gepost door Béate Vervaecke op 09:22
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten