17 oktober 1999
Ik ben vandaag eens vroeg vertrokken, half acht i.p.v. het gebruikelijke half negen en Dhruba was natuurlijk nog niet klaar. Ik ben er alleen vanonder gemuisd. Ik weet nu al dat ik de volgende dagen nog vroeger wil vertrekken, want na tien uur steekt hier een venijnige wind op die het wandelen onaangenaam maakt.
Voor het overige zal ik van deze dag weinig herinneren, tenzij misschien het tafereel van het schaap dat naar de slachtbank geleid wordt. We zijn midden in een belangrijk festival en slachten is het event. Langs de andere kant van de pas zijn we ontelbare malen schapen en geiten gepasseerd die op weg naar Kathmandu en naar het einde van hun leven waren.
Het schaap dat ik vandaag gezien heb, bood ongelooflijk veel weerstand, alsof het wist dat het geslacht zou worden. Misschien herkende het het mes in de handen van de man. Even zag ik mezelf als bevrijder van het beest, maar ik moet de hypocriet niet uithangen, ik eet ook vlees. Ik hoop alleen dat het lijden kort was, want het was zich teveel bewust van wat gebeuren zou.
Volgens Dhruba zullen we onderweg nog veel schapen en geiten zien sneuvelen. Ik zal er hoogstwaarschijnlijk niet goed van zijn, maar ik wil het wel zien. Het zal een test voor mijn teer dierenhartje worden.
vrijdag 17 oktober 2008
Weinig te vertellen
Gepost door BĂ©ate Vervaecke op 09:05
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten