donderdag 2 oktober 2008

Nepal

2 oktober 1999

Ik ben in Kathmandu, dat ander oord dat zoveel harten sneller doet kloppen. Dat doet het ook met mijn hart, maar dan omwille van de nervositeit. Ik hou niet van deze plaats, althans niet op het eerste zicht. De reden daarvoor zal wel mijn hotel zijn: ik zit in het hartje van de Thamel wijk, het tot Westen geconverteerde Nepal. Het is van in Australië geleden dat ik me nog zo in het Westen gevoeld heb.

In de straten struikel ik over de "witten" die zich te goed doen aan Westers voedsel, alleen die gouden boog ontbreekt nog. De stalletjes zijn gevuld met veel te duur geprijsde typische Nepalese souvenirs. Uit alle bars stroomt Westerse muziek. En op straat word je voortdurend aangesproken door verkopers maar gelukkig niet hardnekkig lastiggevallen, ze blijven meestal vriendelijk, dat moet je hen wel nageven.

Zelfs na 11 maanden op reis schokt deze toeristische hang naar het Westen me nog. Toegegeven, ik heb gisteren een spaghetti gegeten en vandaag een sandwich met kaas, maar voor beiden was het een behoorlijke tijd terug. Ik zou het niet over mijn hart krijgen om dit te doen indien ik pas op reis en net aangekomen was in Kathmandu. Ik vrees dat vele reizigers de Nepalervaring missen met rond te lopen in Thamel.

En dat is de reden dat ik hier zo vlug mogelijk weg wil. Mijn eerste idee was om minstens een week in Kathmandu te blijven, met daarna een beperkte trektocht in de omgeving van de Annapurna gevolgd door een verkenning van andere delen van Nepal.

Mijn lijf smeekt echter om fysieke activiteit en alle teksten die ik lees m.b.t. de Annapurna doen me watertanden. Idealiter zou ik het alleen willen doen, maar berichten over overvallen met geweld en een potentieel zeer bezorgde moeder hebben me doen overwegen om een Sherpa in te huren (met de zeer positieve nevenactiviteit dat deze ook de rugzak draagt). Ten laatste dinsdag ben ik voor 3 weken een behoorlijke inspanning aan het leveren. Wat kijk ik er naar uit.

Geen opmerkingen: