3 augustus 1999
Vandaag ben ik de volledige dag onderweg en ik leg gelukkig een behoorlijke afstand af. Vanavond wil ik in de schaduw van Fuji-San slapen en me psychisch voorbereiden op het hard labeur om de top te bereiken.
Ter voorbereiding daarvan kan ik volop mediteren tijdens de 6 uren op de trein. Geen stress deze maal bij het overstappen, ook al is er soms maar twee minuten tijd. Met onze NMBS ben je dan 100% zeker dat je hem gemist hebt (ik denk zelfs dat ze een overstaptijd onder 3 minuten geen aansluiting noemen, ze gaan er dus sowieso van uit dat de trein vertraging zal hebben), maar niet met Japan Rail. In efficiëntie overtreffen ze onze Duitse buren. Ik heb nog nooit zo'n stipte treinen gezien.
Tussen Osaka en Kawaguchi-ko is geen lapje "niet-beschaving". Alles wijst op de aanwezigheid van mensen. Er zijn of huizen, of rijstvelden, of op de heuvels en in de groene bossen zijn bouwwerken aangebracht om erosie en aardverschuivingen te voorkomen. Ik reis door ontelbare tunnels, over bruggen, onder viaducten, ... Dit is een land van bouwkundig vernuft.
Het is ook verbazend hoe snel de tijd vliegt. Ik ben hier bijna 2 weken, het voelt aan alsof het gisteren was. Ik ben tot nu toe verrast hoe gemakkelijk het reizen in Japan is. Af en toe spring ik wel eens uit mijn vel als ik weer eens op een Japanner, werkzaam in de toeristische sector, bots die geen woord Engels kan en me in een stortvloed van Japans probeert iets uit te leggen. Hopeloos. Ondertussen heb ik geleerd om basis Engels te gebruiken en te tekenen. Het is verbazend hoe verhelderend een tekening kan werken. Indien het me echt teveel wordt, begin ik gewoon in het Westvlaams te zwatelen. Kan ik dat ook nog eens oefenen, neh.
Dit gezegd zijnde, niet alle Japanners zijn even vriendelijk of gastvrij. Sommigen lijken te blokkeren bij het horen van Engels en muizen er sneller dan de wind van onder, mij verbaasd achter latend. Ze doen zelfs geen poging om te helpen. Anderen zouden dan weer met je meegaan om zeker te zijn dat je op je bestemming aankomt. Het is een bizar volkje. Iemand zei me dat de oudere generatie de oorlog nog niet vergeten is en achterdochtig is. Wat het ook zij, soms voel ik onverschilligheid en soms ongelooflijke vriendelijkheid.
En als ik 's avonds in de hostel aankom, maak ik kennis met Fawlty Towers, de geminiaturiseerde Japanse versie die de grenzen van mijn (en van de andere Westerse gasten) culturele verdraagzaamheid test. Daarover meer in een van de volgende verhaaltjes.
zondag 3 augustus 2008
Met de trein is het altijd een beetje reizen
Gepost door Béate Vervaecke op 15:09
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten