zaterdag 16 augustus 2008

Naar het Hoge Noorden

16 augustus 1999

Ik laat grote stukken van Japan links liggen. Vandaag zit ik opnieuw een ganse dag op de trein (witte handschoentjes!) met als doel Hakodate op het eiland Hokkaido. Ik begeef me naar het "platteland". Zo u wil, het Limburg of West-Vlaanderen van Japan.

En je merkt het: de rijstvelden zijn niet meer de kleine lapjes, maar hebben de omvang van een voor ons normale akker, waarbij er velen naast elkaar liggen.

In Morioka heb ik anderhalf uur te spenderen. Ik laat mijn rugzak op het perron -dit is het enige land waar ik dit durf- en verdwaal vijf minuten later in de gangen die het station met de afdeling voeding van een warenhuis verbinden.

Tussen alle zoetigheid probeer ik me te oriënteren. Ik kan ondertussen weerstaan aan de exotische desserts, want de meesten worden bereid op basis van soja.
Ik lust het als groente, maar daar houdt het mee op.

Sommige sojabereidingen ruiken naar wat bepaalde veevoederbedrijven boven Izegem loslaten, een geur die ervoor zorgt dat je in de twilightzone tussen twee aardse levens alles zult doen om niet als koe, varken of kip terug te keren.

Na uren treinen sporen we eindelijk de Seikan tunnel in die Hokkaido met Honshu verbindt. 54 km lang en het diepste punt ligt 240m onder de zeespiegel. De ingenieurs hebben hun grenzen verlegd.

Na 14 uren onderweg te zijn strompel ik de hostel binnen waar -oh verrassing- een Fransman logeert. Mijn kennis van het Frans betert elke dag.

Geen opmerkingen: